zaterdag 16 mei 2015

Startnummer 302 of "Zo erg is het niet...."

Het was vanmorgen een behoorlijk verregende ochtend. Morgen ziet het er een stuk beter uit. We boffen wat dat aangaat met de 25e marathon van Leiden.
In een miezerregen fietste ik naar de bibliotheek van Valkenburg toe, waar ik in mijn eentje moest werken. Doordat het tijdens de openingsuren behoorlijk doorregende, was het stil in de bibliotheek.
Vanaf Valkenburg fietste ik naar de Lokhorstkerk in Leiden, waar we om 1 uur een repetitie hadden van de Leidse Koorprojecten. Onder leiding van Wim de Ru begonnen we met twee Redeloze zangen van Daan Zonderland en Albert de Klerk.

Na "Een nachtegaal in Echternach" volgde "Archibaldus van Oostzaan".

Ondanks dat het al een kwartaal geleden was, dat we dit gezongen hadden, zat het er nog aardig in. Dat gold ook voor "Souvenir uit Nederland" van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink.

Ook "False love" van Edward Elgar ging over het algemeen redelijk goed. Er zaten voor de sopranen een paar lastige noten in het slotgedeelte, waarbij de bedrogene zich beklaagt. Het kwam er zeer aarzelend uit, hetgeen de dirigent de spreuk ontlokte: "Dit is wel heel zielig". De herkansing ging wat beter, maar "Zo erg is het niet...."
Met dit in het achterhoofd begonnen we aan de eerste pauze, waarna we verder gingen met "I was glad". Dit kroningslied van Henry Purcell verliep gladjes.

Dat gold niet voor "Pater Noster" van Hendrik Andriessen. Hier moest nog behoorlijk aan geschaafd worden. Het is een lastig maar prachtig lied om te zingen.

In de tweede pauze haalden wij affiches op om reclame te maken voor de uitvoering op zaterdag 13 juni.

"Hör mein Bitten, Herr" van Felix Mendelssohn Bartholdy werd in delen geoefend en in zijn geheel goed doorgezongen, waarbij Wim op zoek naar dissonante zangeressen de sopranen en alten een lastig fragment een paar keer door liet zingen. Toen het naar zijn zin was, sloot hij af met de dienstmededeling: "Dan lag het toch aan mijn gehoorapparaat!"

Na de "Wederwijven" sloten we de 4 uur durende repetitie af met "Blest pair of Sirens" van Charles Hubert Parry, een lastig achtstemmig lied, waarbij je je partij nauwelijks op kunt pikken, als je een inzet mist.

Daar ik toch in de Leidse binnenstad was, haalde ik startnummer 302 maar meteen op. Hiermee ga ik morgen de marathon van Leiden lopen. Vanmiddag heb ik mijn longen een uur of 4 intensief gebruikt, morgen mag ik dat wederom doen. En waar ik vandaag soms wat moeite had met de juiste inzet, daar zal het morgen niet aan ontbreken....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten