donderdag 5 juli 2012

Rouen-Saint-Quentin

Vandaag stond in de Tour de France de etappe Rouen-Saint-Quentin op het programma.

Op het eerste oog een etappe als alle andere etappes, ware het niet, dat ik met mijn vrienden Tim de Beer en Joep Kapiteyn deze etappe al eens gereden heb. In 1976 om precies te zijn. Wij waren onze tijd dus ver vooruit!
In de hete, droge zomer van 1976 maakten we met zijn drieën een trektocht door Normandië, Bretagne en de Ardennen. Onderweg van Bretagne naar de Belgische Ardennen kampeerden we in Rouen en reden de volgende dag naar Saint-Quentin.

Er zat slechts een klein, subtiel verschil tussen 1976 en 2012. Waar de wielrenners zich per aerodynamische fiets verplaatsten, deden wij dat in een oude, niet zo aerodynamische Kever....

De dag ervoor waren we aangekomen in Rouen, in Nederland beter bekend als Rouaan, de stad waar Jeanne d'Arc op de brandstapel stierf.

We hebben de mooie binnenstad bekeken met zijn Gothische kathedraal en het leuke Musee Jeanne d'Arc, waar het leven van deze jong gestorven schutspatroon van Frankrijk is belicht met allerhande voorwerpen en wassen beelden.
Van de reis naar Saint-Quentin, een stad die de Eerste Wereldoorlog niet bepaald ongeschonden is doorgekomen, herinner ik me vooral de glooiende graanvelden. Het was vandaag een vlakke etappe, maar dan hebben we het wel over Frans vlak! Het had meer weg van een rit over de Veluwe.

Maar een van de mooiste anekdotes van deze leuke vakantie wil ik u niet onthouden. De provinciale wegen, waarover we ons verplaatsten met de oude VW Kever, liepen dwars door allerlei dorpen. Tim reed met een vaartje van zo'n 80 km door de bebouwde kom. Ineens kwamen er twee motoragenten, die zich verdekt hadden opgesteld, achter ons aan gereden.
Tim haalde zeer geleidelijk zijn rechtervoet van het gaspedaal, maar kennelijk zonder succes. Een van de motoragenten haalde ons in en de andere bleef achter ons rijden. Deze drie studenten zagen hun vakantiegeld al geminimaliseerd worden.

Tot onze stomme verbazing kregen we geen stopteken. We reden inmiddels 50 km, precies zoals het hoort.
Met ons escorte reden we de bebouwde kom uit en de tweede motoragent haalde ons ook in. De voorste gendarme gaf gas en even later volgde de achterste zijn voorbeeld. Deze brave snuiter was echter vergeten de klep van zijn tas dicht te doen en naarmate de snelheid hoger werd, ging deze klep door de wind meer klepperen.
Tenslotte ging de klep helemaal omhoog en door een soort vacuüm werd een landkaart omhoog gezogen. Deze vloog uit de tas en achter de motoragent vouwde de landkaart helemaal open om als een soort vlieger zonder touw over de weg te fladderen. De kaart danste door de lucht.

De volgende kilometers verdwenen, tot onze grote vreugde, zo één voor één de wegenkaarten uit de tas van deze gendarme.

Mocht u in Frankrijk een agent tegenkomen, die de weg volledig kwijt is....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten