Het is vandaag 40 jaar geleden, dat ik voor de eerst keer voet zette op Britse bodem. We gingen met HAVO 4 naar Londen toe voor de Engelse taal en cultuur. Met de hovercraft van Calais klotsten we over de ruwe zee naar Ramsgate. Diverse klasgenoten, waaronder Gieny van Lierop, werden zeeziek. Een probaat middel om af te vallen trouwens!
De dag was voor mij op een bijzondere manier begonnen. Mijn neef Frank was die nacht geboren, dus voor ik door mijn vader naar Pedagogische Academie "De la Salle" gebracht werd, ging ik eerst nog even op kraamvisite.
We gingen met een bus via het mooie Brugge naar Calais, waar de zeebonken van de landrotten gescheiden werden.
In "Swinging London" werden Jos Glandorf, Nico de Bont, Fons Rooijers en ik, tot hilariteit van de rest van HAVO 4, ondergebracht in een hotelkamer, die ooit dienst had gedaan als kolenkelder.
Maar wie het laatst lacht, lacht het best, en dat waren wij!
De voormalige kolenkelder was namelijk voorzien van openslaande luiken. Door deze op een klein kiertje te zetten, bood ons dat de mogelijkheid, om 's nachts nog even te gaan stappen. We moesten ons op een bepaalde tijd, ik meen half 12, afmelden bij Pim Hanegraaf, onze docent Engels. Hij had niet verwacht, dat deze groep nachtbrakers zich zo keurig aan de afgesproken tijd zou houden, en al helemaal niet, dat wij ons daarna zo bescheiden op onze kamer terug zouden trekken, waarna het daar zo rustig was, dat het leek, of wij in een diepe slaap waren.
Wij vermaakten ons ondertussen in Soho, waar in tegenstelling tot de rest van Londen de pubs nog wel open waren.
Teneinde de rest van HAVO 4 niet wakker te maken, gingen we ettelijke uren later via de kelderdeur weer naar onze hotelkamer voor een welverdiende nachtrust. De spaarzame momenten, dat wij op onze kamer waren, luisterden we naar een door Nico de Bont meegebrachte cassetterecorder, waarop vooral muziek van Led Zeppelin gedraaid werd.
Een andere favoriet was Deep Purple.
Ook Uriah Heep klonk regelmatig in onze kelder.
Het was dus duidelijk, dat onze voorliefde uitging naar hardrock.
Dat gaf een flink contrast met de muziek, die we 4 dagen later op de terugweg naar Holland te horen kregen bij het bezoek aan de prachtige Canterbury Cathedral met zijn prachtige gebrandschilderde ramen.
Een totaal ander genre dan wij gewend waren, maar zulke kerkkoren zijn wel de bakermat van een rijk geschakeerd muziekleven in Jolly Old England. Wat dat aangaat is het in Nederland behelpen met het muziekonderwijs. Muziek in alle vormen zit in de genen van de Britten. Het is dus geen toeval, dat ze zoveel goede popgroepen en componisten hebben voortgebracht.
Vanmiddag fietste ik met Ada naar de Lokhorstkerk, waar we onder leiding van Wim de Ru verder gingen met het instuderen van "Cry of the Earth" van Tony Biggins en het "Requiem" van Bob Chilcott. Van deze laatste componist stond "Pie Jesu" vandaag centraal.
Eerlijk gezegd had ik 40 jaar geleden niet kunnen bedenken, dat ik zou proberen me dit soort klassieke muziek eigen te maken en het nog mooi te vinden ook! Maar ik had het kunnen weten: in die jaren waren diverse popgroepen bezig om hardrock en klassieke muziek te vermengen. Ze traden, destijds heel vernieuwend, zelfs op met complete orkesten.
Naast het al eerder genoemde Uriah Heep was dok Procol Harum één van de wegbereiders van de symfonische rock.
En niet te vergeten Pink Floyd met het majestueuze "Atom Heart Mother".
De kiem voor de ontdekking van de klassieke muziek via de in de jaren '70 en '80 populaire folk is toen al gelegd. Maar ook op het gebied van de Engelse muziekcultuur ben ik een laatbloeier.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten