Gisteren was de traditionele lintjesregen. Op mijn werk merkte ik daar niet zo veel van. Het was naar mijn gevoel meer gewone regen, die naar beneden kwam. Ik kwam lang de kamer van het hoofd frontoffice, die gezeten was achter 2 computers op haar bureau. Nu ben ik wel wat gewend. In mijn jeugdjaren ging ik wel eens naar concerten van symfonische popgroepen, waarbij de toetsenist regelmatig gezeten was achter 2 en soms zelfs 3 synthesizers of orgels.
Het zag er imposant uit, waarop ik niet na kon laten tegen Irene te zeggen: "Weer geen lintje gehad, Irene?"
"Nee", was haar antwoord: "En Gerard Joling wel. Ik weet niet, wat wij verkeerd doen?"
Dat wist ik uiteraard ook niet en ik begaf mij naar de uitlening, waar ik op dat moment dienst had.
Vanmorgen startte Siebe de computer op en zag op Facebook, dat mijn oudste broer Kees geridderd was!
"Krijg nou wat", zei ik, maar het was hem uiteraard van harte gegund. Kees is in de wereld van de bollentelers een gevestigde naam. Als jongere won hij tal van wedstrijden bij het herkennen van bollen. Hij kon van 300 verschillende bollen, die hem voorgezet werden, zo zeggen, welke het was, wat de vorm, de kleur en andere kenmerken waren enzovoorts. Hij is jaren keurmeester bij de Hobaho geweest, na een aantal jaren een eigen bollenbedrijf te hebben gehad. Ik was in de jaren '70 altijd verzekerd van een vakantiebaantje.
Ondanks dat hij al 10 jaar AOW-er is, is hij nog steeds actief bezig, met name in het kweken van bijzondere bollensoorten. Vaak zijn het oude soorten, die zonder liefhebbers als mijn broer vermoedelijk al uitgestorven zouden zijn. Het behoud van biodiversiteit, die trouwens in deze tijd van het jaar een lust voor het oog is.
Op 75-jarige leeftijd is mijn broer, die 2 dagen ouder is dan Koningin Beatrix, gisteren met een smoes naar het gemeentehuis van Noordwijkerhout gelokt, waar hij pas doorhad, dat er iets stond te gebeuren, toen hij zijn 5 kinderen daar zag. Daar klonken de befaamde woorden: "Het heeft Hare Majesteit behaagd...."
Nu waren we van plan, om vanmiddag op zijn land te gaan kijken, daar er een open dag was. Na vanmorgen boodschappen te hebben gedaan bij "De Helianth", fietsten Siebe, Ana, Ada en ik naar Voorhout, waar we aan de vele vormen en kleuren in een paar bloembedden konden zien, waar het door Kees gehuurde land lag.
Kees was met iemand anders langs de bloemenweelde aan het wandelen, dus wij wachtten bij zijn kleinzoon Bastiaan, tot we ridder Kees konden feliciteren.
Wijzend op de lieslaarzen aan zijn voeten zei hij: "Je ziet het. Ik loop nog niet naast mijn schoenen."
Terwijl hij andere mensen te woord stond, leidde Bastiaan ons rond. We namen eerst de narcissen. Normaal zijn die allang uitgebloeid, maar nu waren ze op hun mooist. Staand voor de bloembedden met narcissen in alle vormen en maten merkte Siebe gevat op: "Vijftig tinten geel."
Na een wandeling tussen de narcissen door begaven we ons naar de (botanische) tulpen.
Het was volop genieten van de enorme variëteit in vorm en kleur, waarbij we over een paar weken nog eens op herhaling kunnen ook. Dit waren alleen de vroege tulpen.
Bij het weggaan splitsten we ons in tweeën. Ada, Ana en Siebe gingen naar Huis Dever, waar ze de tentoonstelling van Eric Breed gingen bekijken.
De foto's van de tentoonstelling kwamen uit het door Eric geschreven boek "Lost tulips".
Nu had de zoon van Kees nog 2 fotoboeken gemaakt. "Tulip fields of Holland" en "Going wild for tulips".
Het bovenste boek staat vol prachtige foto's over de Bollenstreek op zijn mooist. Wij gaan vaak gedachteloos aan de schoonheid ervan voorbij, maar miljoenen toeristen uit de hele wereld vinden het een reis waard.
Het tweede boek is een fotoverslag van de oorsprong van "onze" tulpen: de bergen van Centraal-Azië.
In Huis Dever kwamen ze Eric tegen, die in gesprek was met Anneke, de vrouw van Jan Beenakker, die diverse boeken over de Bollenstreek op zijn naam heeft staan.
Maar Anneke en Jan ken ik vooral van de vele feesten, die ik met de familie Beenakker heb mogen vieren. Ik had het leuk gevonden, hen weer te ontmoeten, maar ik had een afspraak staan met Jaap de Gorter, waarbij we ook zeer veel lol hadden om de voorbereiding van, ik durf het woord bijna niet in mijn mond te nemen, een schelmenstreek.
Ik nam als laatste bij de bollenschuur afscheid van mijn geridderde broer. Menigeen zal denken: goed voorbeeld doet goed volgen. En dat klopt. Als jullie het niet verder vertellen, zal ik jullie een geheim verklappen: ik gaf het goede voorbeeld. Ik ben namelijk ook geridderd. Het geschiedde in 1981 in Yorkshire. Het was een van mijn eerste fietsvakanties met Ada. Een zestal Hollandse fietsers zat na een dagje heuvelachtig terrein in een pub bij Stamford Bridge, waar in de Middeleeuwen een historische slag plaats vond. Aan de wand hing een oud zwaard.
We raakten met de barman aan de praat en tot mijn stomme verbazing en tot grote vreugde van mijn vrienden werd ik aan het eind van de avond door de barkeeper tot ridder geslagen. Ik ben er nog steeds niet uit, tot welke orde ik behoor, maar ik was in ieder geval geen ridder in de orde van Oranje-Nassau.
Maar wellicht kan ik Koning Willem-Alexander op een andere wijze dienen. Bij de door mij geliefde geschiedenislessen heb ik ooit vernomen, dat iedere koning recht heeft op een hofnar....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten