maandag 1 februari 2010

Zilver


Het is vandaag precies 25 jaar geleden, dat ik bij de bibliotheek van Katwijk ben gaan werken. Samen met Margreet Buwalda, die vandaag op de kop af 10 jaar leiding geeft aan de bibliotheek in Katwijk, werd ik in de bloemetjes gezet.

Het was een kwart eeuw geleden so wie so een dag met veel veranderingen. Op die dag ging ik ook nog eens verhuizen! Mijn zwangere vrouw en ik hadden de taken eerlijk verdeeld: ik ging op de fiets naar Katwijk, terwijl de winter op de eerste februari-dag van 1985 opnieuw inviel in Nederland, terwijl Ada de verhuizing van Witte Rozenstraat 58a naar Dahliastraat 14a voor haar rekening nam. Dit laatste klinkt trouwens erger dan het is: we hadden een verhuisbedrijf ingehuurd.
Nu viel 1 februari op een vrijdag. Verbaasde gezichten bij de openbare bibliotheek in de kustplaats, toen ik gewoon op mijn eerste werkdag aan kwam zetten: men had mij pas op maandag de 4e verwacht! Desondanks mocht ik aanschuiven bij de aanschafbespreking en het hoofdenoverleg. Van de deelnemers aan deze vergadering is nog één collega overgebleven: Irene van der Plas, die nog langer vertoeft bij de Katwijkse bibliotheek dan deze zilverling. Hoe houdt ze het uit met deze eigenzinnige vent?
’s Middags mocht ik naar huis, wat mij niet slecht uitkwam. Zo kon ik thuis beginnen om de dozen uit te pakken. Ada was met Ike naar de 73e verjaardag van haar schoonmoeder. ’s Avonds zou ik met de trein naar Nieuw-Vennep reizen, om mijn moeder te feliciteren met haar verjaardag. Door de sneeuw en de kou reed de trein echter niet. Tegenwoordig krijg je dit te horen op de radio of kun je het op internet raadplegen, toendertijd kreeg je dit pas op het koude en winderige perron te horen. Ik heb mijn moeder later thuis maar even gebeld met de reden van mijn afwezigheid.

De 3 winters, die wij woonden aan de Dahliastraat, waren trouwens wel echte winters: twee Elfstedentochten op rij en een bijna aangekondigde Tocht der Tochten. In 1987. Ik had al een slaapplaats geregeld bij Peter Joosten, een oud-klasgenoot van de Havo. Hij werkte destijds in het ziekenhuis in Leeuwarden en alle verloven waren al ingetrokken voor de komende dagen. Drie superwinters op rij! Kom daar heden ten dage maar een om…
In februari 1985 was de inwerkperiode op de Hoofdbibliotheek, terwijl langzaamaan de Elfstedenkoorts zich meester maakte van Nederland. Toen deze werd aangekondigd voor 21 februari vond ik het een te groot risico, om in mijn proeftijd er een week tussenuit te knijpen voor een tocht, waar ik, eerlijk gezegd, nog niet aan toe was. Als puntje bij paaltje komt gaat je gezin toch voor.
In plaats van de eerste Elfstedentocht na 22 jaar voerde ik sollicitatiegesprekken, waarbij de keuze zowaar viel op Christa Bernard en Nelina Pluimgraaff. Met hen heb ik een prima tijd gehad in filiaal Katwijk aan den Rijn, en nog steeds kunnen we het uitstekend met elkaar vinden. We halen nog steeds geintjes uit met elkaar en kunnen elkaars inzet en vooral humor goed waarderen. Werk en plezier horen hand in hand te gaan. Dan hou je het het langste vol!

Het Elfstedenkruisje mag ik dan hebben gemist, 25 jaar werken met prettige collega’s compenseert dit “verlies” toch wel.
Wat ik tijdens de sollicitatiegesprekken niet wist: Nelina’s vader was de eerste Katwijker, die de Elfstedentocht heeft uitgereden! Het was de zware editie van 1956. Zodoende heb ik kennis gemaakt met deze inmiddels helaas overleden zeer markante man. Het was altijd een genoegen om met Kees Pluimgraaff over sport te praten. Want bijzonder was het zeker: een 17-jarige, die voor het eerst met de trein naar Leeuwarden reist, zich daar een jaar ouder voordoet dan hij is en op deze jonge leeftijd een zware 200-km uitrijdt.

Nu is de vraag, die aan iedere sporter, die zilver heeft behaald, wordt gesteld: “Nu ga je zeker voor goud?” Dat kan ik wel zeggen, maar als ik ga rekenen, ben ik dan 79. De regering wil graag, dat we allemaal langer doorwerken, maar dat kan ik de Katwijkers niet aandoen....


Geen opmerkingen:

Een reactie posten