De laatste twee decennia worden we doodgegooid met de termen "marktwerking", "privatisering" en "flexibilisering". Deze termen zijn onlosmakelijk verbonden met het neo-liberalisme, dat ons veelgeprezen poldermodel langzaam maar zeker naar de knoppen helpt. Over de heilzame werking van de privatisering van de NS zal ik naar geen woorden vuil maken.
Ook de gezondheidszorging zou veel goedkoper worden dankzij de marktwerking. Nou, dat hebben we geweten. De kosten lopen behoorlijk uit de hand, veel meer, dan op grond van de vergrijzing verwacht zou mogen worden.
Banken en pensioenfondsen, in het verleden toonbeelden van oerdegelijke saaiheid, bleken ineens veranderd in een soort casino, maar wel met heel eigen spelregels: de winsten waren voor de bankiers, die zichzelf wegens zelfbevonden "voortreffelijkheid" de ene miljoenenbonus na de andere toebedeelden.
En toen de zeepbel barstte vanwege de onverantwoorde risico's, die genomen waren door de heren bankiers (vrouwelijke bankiers waren en zijn een zelfzaamheid), toen werd de rekening bij de samenleving gelegd. Privatisering van de winsten en socialisering van de schulden.
Via miljardenbezuinigingen mogen de gewone burgers de schade herstellen.
Maar denk nu niet, dat de toplui inleveren. Ben je gek, het graaien gaat gewoon door. Business as usual!
Maar intussen is er wel het nodige veranderd voor de gewone werknemers. Een vaste baan vinden met een proeftijd van 3 maanden, dat was in 2011 voor nog maar 3% van de aangenomen werknemers weggelegd. De overige 97% kreeg een tijdelijk contract, vaak van een jaar, dat bij gebleken geschiktheid omgezet kan worden in een vast contract. Of een nieuw tijdelijk contract natuurlijk, want je mag iemand 3 keer een tijdelijk contract aanbieden, voor deze werknemer in vaste dienst komt. Dat de rechtspositie van deze tijdelijke werknemers veel slechter is, dan die van hen met een vast arbeidscontract, staat buiten kijf.
Zo hoorde ik onlangs het verhaal van iemand, die vertrouwenspersoon was in een heel andere sector. Een leidinggevende graaide een werkneemster met een tijdelijk contract onder haar rok. Hier stennis over maken betekent, dat je in deze tijd van oplopende werkloosheid wel in kunt pakken.
En zo krijgt de graaicultuur ineens een heel andere betekenis....
dinsdag 10 april 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Gisteren op Bibliotheekplaza sprak een Britse deskundige inzake innovatie en de rol van internet. Hij noemde als een van de trends voor de komende tijd: je hebt geen baan, maar werk. Hij voorspelde verder dat mensen hun leven simpeler gaan maken in de zin van minder spullen om zich heen verzamelen. Zou het graaien dan ophouden?
BeantwoordenVerwijderenIk mag het hopen. Toch weer een beetje terug naar de hippie-idealen.
BeantwoordenVerwijderen