vrijdag 26 oktober 2012

Beminde gelovigen

Mijn Calvinistische collega’s waren vandaag verhinderd om bij dit afscheid van Corrie van der Marel aanwezig te zijn. Zij verzochten mij om de honneurs waar te nemen. Corrie zal dus de gebruikelijke donderpreek moeten missen, want wij van het houtje zijn nu eenmaal wat milder.
Derhalve, beminde gelovigen, wil ik enkele bemoedigende woorden tot u spreken ter leringhe ende vermaeck. Want Onze Lieve Heer heeft ons ook voorzien van lachspieren.
Haar werkzame bibliotheekleven, beminde gelovigen, begon al spoedig met een paar schokkende ervaringen, die diepe sporen getrokken hebben in het gemoed van uw collega Corrie.
Allereerst was die vroege morgen, waarop zij naar de bibliotheek getogen was in de veronderstelling, dat er nog niemand in het pand aanwezig was. Nietsvermoedend opende zij de deur van het toilet om daar de vorige directeur aan te treffen. Hij zat daar met zijn broek op zijn enkels. Maar gelukkig, beminde gelovigen, zat hij wel te lezen.
Hierin werd hij gestoord door mevrouw Van der Marel, die hem de huid volschold!
Het zal duidelijk zijn, dat haar nog geen cursus Klantvriendelijkheid was aangeboden, want dan zouden de eerste woorden, die uit haar mond gekomen waren, ongetwijfeld deze zijn: “Kan ik ergens mee helpen?”
Wat nu kunnen wij leren van dit voorval uit de categorie “Onderbroekenlol”, pardon, “Zonderbroekenlol”?
Wilt u niet gevonden worden in uw nakie,
gebruik dan op het toilet gewoon het hakie!
Welnu, beminde gelovigen, ook bij het gebruik van het hakie wil er nog wel eens wat misgaan. Zo maakte Corrie eens gebruik van een door haarzelf gereinigd personeelstoilet. Nadat zij de deur op slot gedaan had, was er een palletje of iets dergelijks losgesloten. Het resultaat was, dat de deur op slot zat en bleef.

Hier kwam meteen de Calvinistische inborst van mevrouw Van der Marel naar boven. Zij bleek weinig op te hebben met de kluizenaressen uit de Middeleeuwen, die zich uit liefde voor Onze Lieve Heer in lieten metselen ter meerdere eer en glorie van de Moederkerk. In plaats van te genieten van deze mogelijkheid tot contemplatie en bezinning maakte zij luid en duidelijk kenbaar, dat ze eruit wilde.
Dit nu werd gehoord door de conciërges Martin en Cor, die haar wel uit haar benarde positie wilden bevrijden, maar niet zonder enige bemoedigende woorden aan haar adres gericht te hebben: “Corrie, we gaan nu pauzeren. Na de pauze zullen we aan de slag gaan.” Deze bemoediging ging gepaard met een praktische mededeling: “Ik zag net een dikke spin onder de deur doorkruipen!”
Net hersteld van deze schrik kreeg Corrie een nieuwe schok te verwerken. In die jaren was ene Arnold via een jeugdwerkgarantieregeling druk in de weer om te doen alsof hij werkte.
Nu wil het toeval, dat er in die dagen een tentoonstelling over bergbeklimmen in de bibliotheek was, met een als Alpinist aangeklede pop, die enige gelijkenis vertoonde met deze tijdelijke collega.
Nietsvermoedend stapte Corrie de bibliotheek binnen op de vroege morgen en in het schemerduister zag zij “Arnold” staan. Ze schrok zich rot.
Beminde gelovigen, er zijn mensen, die voor minder dan deze drie schokkende gebeurtenissen er de brui aan zouden hebben gegeven. Maar gelukkig deed Corrie dat niet, want dan had het bibliotheekpersoneel jarenlang verstoken gebleven van de vrijwel dagelijkse Cor en Corrie-show. Dit cabaret van hoog gehalte werd vrijwel iedere morgen opgevoerd in de kantine onder de dekmantel “Koffiepauze”.
Nu we het toch over de kantine hebben: veel meisjes dromen ervan om het te schoppen tot Keukenprinses. Zo niet onze Corrie. Zij ging voor iets groters. Haar ideaal was royaler: Koningin van de Kantine.
Van zichzelf zegt ze altijd: “Ik ben streng”, en daar valt niets tegenin te brengen. Want bij een koningin hoort een troon en wee de gebeente, als je op haar troon plaatsnam. Menige gast van de bibliotheek heeft het met een schrobbering moeten bekopen.
Maar beminde gelovigen, oordeel niet te snel, want het stond wel degelijk in de taakomschrijving van mevrouw Van der Marel: schrobben!
Er bestaat een gezegde, dat luidt: “Strenge vorsten heersen kort!” Wat dat aangaat is onze Koningin van de Kantine met 23 dienstjaren de uitzondering, die de regel bepaalt.
Nu we het toch over vorst hebben, beminde gelovigen, wil ik het hebben over onze kleingelovigheid. In het Nieuwe Testament liep Jezus over het water. Petrus volgde hem, maar moest het bekopen met een nat pak, waarop Christus hem aansprak op zijn kleingelovigheid.
Een kleingelovigheid, die ons ook parten speelt. Pas vanaf 4 of 5 centimeter bevroren water willen wij proberen om Jezus na te volgen bij het lopen over water. Maar als dat lukt, beminde gelovigen, dan volgt er wel een hemelse ervaring!

Teneinde Corrie er blijvend aan te herinneren, waartoe wij op aarde zijn, schenkt deze katholiek haar dit boek met nuttige tips om zich ook lichtvoetig over het water voort te bewegen.
Tot slot, beminde gelovigen, wij van het houtje kennen nog steeds de biecht. Mocht u behoefte voelen, om uw zonden bij mij op te biechten: ik ben ten allen tijde bereid om u aan te horen.
Amen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten