donderdag 25 juni 2015

Labbekakken

De droom van iedere schrijver is om een nieuw woord te verzinnen. Mij is dat gelukt toen mij het woord "fileklûnen" te binnen schoot.

Een goed alternatief is het aan de vergetelheid ontrukken van een "vergeten woord". Welnu, dat lukte werkgeversvoorzitter Hans de Boer met het gebruik van het woord "labbekakken" in een interview in de Volkskrant.
Hij kreeg over zijn denigrerende opmerkingen terecht een stortvloed aan kritiek over zich heen. Diezelfde dag meldde de voorzitter van VNO-NCW, dat hij spijt heeft van zijn gebruik van het woord "labbekakken".
Let wel, hij heeft spijt van zijn woordkeuze. Maar niet van de inhoud!!!
De mentaliteit, die hier schuil achter werd keurig verbeeld door topcartoonist Tom Janssen.

Je moet maar durven. VNO-NCW beloofde in het Sociaal Akkoord, dat in het voorjaar van 2013 werd gesloten met het kabinet en de FNV, te zorgen voor honderdduizend banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Daar is niets van terecht gekomen.
Nog erger is het op het gebied van het in vaste dienst nemen van flexwerkers. Op alle mogelijke manieren proberen werkgevers onder deze afspraak uit te komen.
Net zo goed, als ze jarenlang het Burgerlijk Wetboek aan de laars hebben gelapt. Hierin stond, dat werknemers een proeftijd hadden van 2 of 3 maanden en daarna in vaste dienst moesten komen. Hoeveel werknemers hebben de laatste 10 jaar daadwerkelijk een vast contract gekregen in vergelijking met werknemers met flexcontract op flexcontract?

En wat deed de politiek? Zij beloonde deze wetsovertreding!
Iedereen wordt geacht door te werken tot zijn 67e. Maar als je de pech hebt om boven je 50e je baan kwijt te raken, dan kun je solliciteren tot je een ons weegt, maar een baan zul je niet meer krijgen. Simpelweg doordat je zonder iets te horen niet eens meer uitgenodigd wordt voor een sollicitatiegesprek. We mogen het geen leeftijdsdiscriminatie noemen, maar dat is het natuurlijk wel.

Er zijn mensen, die 30 tot 40 jaar bij een baas gewerkt hebben, 30 jaar hebben meebetaald aan de VUT en na een reorganisatieronde kansloos via de WW richting bijstand afdrijven. En als klap op de vuurpijl krijgen ze van de VNO-NCW-voorziter te horen, dat ze labbekakken zijn.
In het interview in de Volkskrant liet blaasbalg Hans de Boer zien, dat hij totaal ongeschikt is voor die functie.

woensdag 24 juni 2015

Kaakoperatie

Ze zeggen, dat ouderdom met gebreken komt, maar vandaag kan ik vol overtuiging zeggen, dat ik me een stuk lekkerder voel dan 40 jaar geleden. Toen ging ik namelijk onder het mes.

Ik werd aan mijn kaken geopereerd. Er werden bij de bovenkaak 2 kiezen verwijderd en de kaak werd doorgezaagd en naar achteren geschoven. Bij de onderkaak werd de opstijgende tak doorgezaagd en naar voren geschoven. Probeer u vooral geen visuele voorstelling van deze operatie te vormen. Wim Sonneveld zou dan zeggen: “Daar gaan mijn kroketten!”

Voor de operatie maakte ik me sowieso al druk, maar anesthesist Bob Smalhout maakte het nog een tikkeltje erger door een half jaar eerder de publiciteit te zoeken met het verhaal, dat jaarlijks in Nederland 800 mensen in het ziekenhuis stierven door verkeerd gebruik van de narcose. Nee, dat was op voorhand al een lekkere opsteker.
Nadat ik bijgekomen was uit de verdoving, voelde ik mij zo ziek als een hond. Dokter Roorda vertelde me, dat de derde dag ergste was. Nog zo’n opsteker. En het klopte nog ook!
Ik verbleef in totaal 12 dagen in het ziekenhuis. Kom daar vandaag de dag eens om. Ik was, nadat het infuus was losgekoppeld, lopend patiënt. Nu ben ik wel zo eerlijk om te vertellen, dat ik meer weg had van een waggelend patiënt.

In die 12 dagen heb ik veel gelezen. Mijn favoriete boek was “Adriaan contra Olivier” van Leonhard Huizinga. Ik moest regelmatig schateren van het lachen. En dat viel bepaald niet mee met een rasterwerk van ijzerdraad in mijn mond.

Door dat rasterwerk was ik gedwongen om 6 weken vloeibaar voedsel tot me te nemen. Hét ultieme dieet. De kilo’s vliegen eraf. “Zomerslank met Sonja” van Sonja Bakker is hierbij vergeleken iets voor mietjes.

Nu was het trouwens niet alleen kommer en kwel in het ziekenhuis. Op zaal met een man of 8 hadden we best veel lol met elkaar. Galgenhumor pur sang. Zo was er een man, die bij de PTT als rechercheur werkte. Hij werd door ons omgedoopt in “Rataplan”.

De middagen luisterde ik iedere dag naar Radio Tour de France met de onovertroffen Theo Koomen, die zelfs wandeletappes spannend wist te maken.

Verder kreeg ik veel aanloop van familie en vrienden. Van de leden van jongerenkoor “Oktopus” kreeg ik de lp “Song of the marching children” van “Earth & Fire”.

Andere vrienden kwamen aanzetten met een boek van Remco Campert: “Alle dagen feest”.

Daar dacht ik dat op dat moment heel anders over....

donderdag 18 juni 2015

Waterloo

In de sport is het een gevleugelde uitdrukking geworden: "Zijn Waterloo vinden". Dit betekent, dat je definitief verslagen wordt.
Zo verloor mijn eigen voetbalclub DIOS uit Nieuw-Vennep, toen ze in de jaren '60 net gepromoveerd waren naar de 1e klasse van de Haarlemse Voetbalbond in hun eerste of tweede uitwedstrijd in die klasse met maar liefst 10-1 van....Waterloo!
Napoleon Bonaparte leed vandaag 200 jaar geleden bij de Slag bij Waterloo een zware nederlaag, waarmee een einde kwam aan 2 decennia aan overheersing van Europa.

Nu was dit niet de eerste nederlaag, die Napoleon geleden heeft. In 1812 mislukte zijn veroveringstocht in Rusland volledig. Dit heeft geleid tot een paar klassiekers. Om te beginnen "Ouverture 1812" van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, waarbij het Franse en het Russische volkslied als het ware vechten om de overwinning.

Een andere Russische grootheid schreef een epos over de strijd tussen de Fransen en de Russen. In mijn ogen is "Oorlog en vrede" van Leo Tolstoj een fascinerend boek, dat iedereen gelezen moet hebben.

Ook andere artiesten werden hierdoor geïnspireerd, zoals de Ierse folkgroep "The Chieftains", die met "Bonaparte's Retreat" hun meesterwerk afleverden.

Ook andere muzikanten gingen met het thema "Bonaparte's Retreat" aan de haal.

De bijnaam van Napoleon was "De kleine keizer". Dit is ook de titel van het zeer lezenswaardige boek, dat Martin Bril over Napoleon heeft geschreven.

Na de Volkerenslag bij Leipzig, die leidde tot de verbanning van Napoleon naar Elba, vond hij 2 eeuwen geleden zijn Waterloo bij Waterloo.
Wat vrijwel onbekend is, is dat in Nederland tot de bezetting door de Duitsers in mei 1940 op 18 juni Waterloodag werd gevierd. Het was eertijds dus de voorloper van Bevrijdingsdag.
In de muziek komt Waterloo terug in diverse liedjes, zoals "Waterloo Sunset" van "The Kinks".

Maar het meest bekend is "Waterloo" van "ABBA". Op het Eurovisie Songfestival in 1974 beleefden ze met dit nummer hun internationale doorbraak. Een zegetocht!

Zo zag Waterloo er in het echt uit.

Wie dacht, dat het daarna definitief afgelopen was met Napoleon, die had het mis. Een halve eeuw later heerste Napoleon III over Frankrijk. Maar mijn persoonlijke voorkeur gaat toch uit naar Napoleon XIV.

Maar het allerleukste moet nog komen. De Belgen hadden de euvele moed opgevat om dit standbeeld in Waterloo op een herdenkingseuromunt te zetten.

De Fransen hebben dit, 2 eeuwen na dato, weten te voorkomen....

zondag 14 juni 2015

Blest pair of sirens

De dag van de uitvoering van een groot koorproject is vergelijkbaar met die van de dag van de marathon of voor een Alternatieve Elfstedentocht. Je hebt er alles voor gedaan en je hebt een bepaalde spanning in je lijf. Deze stress is niet erg. Integendeel, je hebt het nodig om te kunnen presteren.

Gisteren was na bijna een half jaar oefenen de dag van de uitvoering van "Blest pair of Sirens". 's Ochtends openbaarde zich echter wel een essentieel verschil tussen een zangfestijn en een duursportevenement. Waar je het niet in je hoofd haalt om vlak voor de marathon nog een stuk te gaan trainen, zong ik de liederen met behulp van de oefenbestanden nog 2 keer door om de puntjes op de i te zetten.
Met Ada fietste ik naar de Hartebrugkerk, waar we om 1 uur werden verwacht om te helpen sjouwen. Nu woon ik al 35 jaar in Leiden, maar voor het eerst zag ik deze typisch katholieke kerk van binnen.

We moesten ruim 100 klapstoelen op het altaar zetten voor de beide uitvoerende koren: the Fleet Choral Society en de Leidse Koorprojecten. Nu viel dat niet mee, daar diverse klapstoelen niet geschikt waren om veilig op te kunnen blijven zitten zonder het risico te lopen, dat een klapstoel daadwerkelijk een klapstoel zou worden.
Het alternatief was een tiental vaste stoelen, die van het koor bij het orgel vandaan gehaald moesten worden. Via een vrij steile houten draaitrap moesten we deze stoelen naar beneden dragen, alsmede een klein podium voor de beide dirigenten.
Om 2 uur begon de generale repetitie, waarbij na het inzingen de Britse gasten een paar nummers doorzongen, voordat wij aan konden schuiven. Samen zongen we de gezamenlijke nummers door, om te beginnen met "I was glad" van Henry Purcell.

"I was glad" was geschreven voor de kroning van koning James II, in Nederland beter bekend als Jacobus II.

Een paar jaar later was James II niet meer zo blij, want toen werd hij bij the Glorious Revolution van de Engelse troon gestoten door zijn schoonzoon, onze stadhouder Willem III.

Hoewel "Blest pair of Sirens" beter ging dan tijdens onze eigen repetities, was er nog geen sprake van een glorietocht. Dat gold zeker voor de bassen. We stonden pal naast het orgel. We hadden er voor de toonhoogte veel steun aan, maar hoorden bij de achtstemmige fuga's de andere partijen nauwelijks, zodat je af en toe een inzet miste. Maar al met al waren we niet ontevreden, toen we om 5 uur klaar met de generale repetitie.

Ada en ik wandelden door het mooie centrum van de Sleutelstad naar de Herensteeg, waar we met Bas en Nel bij "La Bota" zouden gaan eten. Ook onze twee oudste dochters zouden later aanschuiven in dit door mijn trainingsmaat Michel Versteegen gerunde gezellige en drukbezochte restaurant.

Helaas was er na de Texelse skuumkoppen en de heerlijke sliptongen geen tijd meer voor een dame blanche, daar ik met met mijn eigen dame op tijd terug moest zijn in de Hartebrugkerk, waar Ada zou helpen bij het verkopen van de programmaboekjes. Daar ik er toch was, hielp ik nog even met wat kleine klusjes, waarna ik tijd had om met bekenden onder de gasten te praten, zoals met mijn schoonouders en mijn zus Annie.
Om 8 uur mochten we na het welkomstwoord van voorzitster Ans Gottenbos losbranden. Na "I was glad" was het Engelse koor aan de beurt met delen uit de Mis in G van Franz Schubert.

Na een orgelsolo van Jeroen Pijpers werkten wij onder leiding van Wim de Ru het leeuwendeel van ons zanggedeelte af van een gevarieerd programma, dat we openden met "Thou knowest, Lord" van Bob Chilcott.

Het voorlaatste lied voor de pauze was het hilarische "Archibaldus van Oostzaan" van Daan Zonderland.

In de pauze praatte ik met familie en vrienden, waarna we konden genieten van het koor uit Fleet. Een van de liederen was "Pie Jesu" uit het Requiem van John Rutter.

Het meest aangrijpende lied was "In Flanders Fields", een gedicht van de in de Eerste Wereldoorlog gestorven John McCrae, dat op muziek gezet is door Christine Donkin.

Verder vond ik "Irish Blessing" van Bob Chilcott een erg mooi nummer. Maar dat zal wel met mijn voorliefde voor Eire te maken hebben. De sopraan Emma Mabin, die naast deze ook diverse solo's voor haar rekening nam, heeft een stem als een klok.

Het slotnummer, "Blest pair of Sirens", ging nog beter dan tijdens de generale repetitie. We moesten trouwens erg wennen aan de andere dirigent, Gwyn Parry-Jones, die totaal anders dirigeert dan Wim de Ru. Maar ja, in Engeland noemen ze een dirigent niet voor niets "a conductor".
Net als voor de pauze was het slotnummer het gezamenlijk gezongen "Souvenir uit Nederland", waarbij we konden genieten van de uitspraak van het Nederlands van de Engelsen. Shocking, isn't it? Een treffender toegift konden we niet verzinnen.

Na afloop hielp ik met het wegruimen van de stoelen. De vaste stoelen moesten de trap op gesjouwd worden. Zo kreeg ik tijdens een avondje zingen nog een gratis krachttraining ook! Bas Warnink merkte dan ook terecht op toen ik hem met stoelen passeerde: "Het lijkt het Midwinterfestival wel!"
"Zorg jij dan voor de consumptiebonnen?", was mijn wedervraag.
Maar aan consumptiebonnen had ik niets. Toen het handjevol sjouwers klaar waren met het op orde brengen van de Hartebrugkerk, was het bier op. Het was de enige wanklank op deze prachtige muziekdag.

donderdag 11 juni 2015

Stripheld

Er zijn aardig wat series van jeugdboeken met daarin een sportheld als hoofdpersoon. Dat geldt ook voor stripverhalen.

Een van die series is "De wondersloffen van Sjakie". Sjakie wordt dankzij deze wondersloffen een goede voetballer, de schoenen sturen hem namelijk altijd naar de juiste positie, laten hem de juiste schijnbewegingen en de prachtigste doelpunten maken. Maar soms laten zelfs zijn wondersloffen het afweten waardoor Sjakie weer een matige voetballer wordt.
Nu was er woensdagmiddag de afsluiting van een cursus striptekenen voor kinderen in de Hoofdbibliotheek in Katwijk. Het was gezellig druk met de cursisten en hun ouders, grootouders, vriendjes en andere belangstellenden.
Op een gegeven moment kwam de cursusleidster vragen, of ik wilde poseren met de geruststellende woorden: "Het duurt maar 5 minuten."
Zo werd ik gekoppeld aan Kick. Hij vroeg me, hoe ik afgebeeld wilde worden.
Geheel naar waarheid antwoordde ik: "Ik schaats erg graag."
Daar had dit jonge striptekentalent voldoende aan om in 10 minuten deze striptekening te vervaardigen. Let daarbij op de door Kick gekozen kop!


De schaatsen zijn duidelijk gebaseerd op het sprookje van Kleinduimpje met de Zevenmijlslaarzen.

Nu ben ik een redelijke schaatser en niet meer dan dat, maar wel gezegend met een enorme dosis doorzettingsvermogen. Wat zou het toch handig zijn, als je bij een Elfstedentocht zou kunnen beschikken over Zevenmijlsschaatsen.

Het aanstormende tekentalent is niet voor niets gezegend met de Friese achternaam Grunstra. Maar wellicht is er met Zevenmijlsschaatsen daadwerkelijk sprake van Bert de Superschaatser!!!

zondag 7 juni 2015

Over de Kaag

Het was een heerlijke dag om te fietsen. De zon scheen, er stond niet al te veel wind en met temperaturen tegen de 20 graden was het buiten prima uit te houden. Mijn jongste broer had een goede dag uitgekozen om zijn verjaardag te vieren.
Om een uur of 11 stapte ik op de fiets richting Oud-Ade. Ada had afgesproken met een van onze dochters, dus ik pedaleerde in mijn eentje naar camping "'t Haasje", waar ik het veerpont over de Kaag zou nemen.

Om kwart over 12 kon ik op het fietserspontje stappen, dat ons naar Kaageiland zou brengen. Tussen de talloze vletten ontwaarde ik een sleepboot uit 1928, die getooid was met de naam "Argus".

Het is altijd leuk om de Kaag over te steken. Varen geeft toch een soort vakantiegevoel. Maar mijn voorkeur gaat toch uit naar een alternatief vervoermiddel!

Na over Kaageiland naar de veerpont naar de Ringvaart gereden te hebben, sloeg ik op de ringdijk rechtsaf om via een paar slingerwegen in de polder op de Rijnlanderweg uit te komen. In mijn jeugdjaren heette deze doorgaande weg trouwens Sloterweg, naar het door Amsterdam geannexeerde plaatsje Sloten. Tussen Hoofddorp en Badhoevedorp werd rond 1970 de Sloterweg doorsneden door een landingsbaan van Schiphol. Het zuidelijke deel werd toen omgedoopt in Rijnlanderweg. De aanwonenden konden verhuiskaartjes rondsturen zonder daadwerkelijk te verhuizen....

In Nieuw-Vennep reed ik naar het kerkhof, waar mijn ouders begraven liggen. Op weg erheen kwam ik langs de jongensschool, waar ik op gezeten heb. Daarna is het een jongerensociëteit geworden. Het begon als "Lambiek", na een grondige verbouwing werd het "De Hobbit", later "De Stip" en momenteel heet het "De Hype".

Onbedoeld geeft de naamsverandering wel een goed beeld van de tijdsgeest.


In de jaren '70 waren de boeken van J.R.R. Tolkien razend populair bij de zeer ontspannen levende hippies, waartoe ik mezelf ook mocht rekenen.

Als er iets is, wat het huidige tijdsgewricht kenmerkt, dan is het de hijgerigheid van de hypes. De ene hype is nog niet voorbij, of de volgende staat alweer voor de deur: hypernerveus.
Dat was het gelukkig niet, toen ik bij het ouderlijk huis aankwam, waar Leo en Joke sinds kort in wonen. Het huis is helemaal opgeknapt. Toevalligerwijze kwam ik tegelijk aan met Kees en Alie van der Poel, die een jaar of 15 vrijwilliger zijn geweest in de Leidse IJshal.
Daarna stak ik over naar de buren en kon ik mijn broer Paul een toepasselijk verjaardagscadeau overhandigen.

De rest van de middag konden we in de tuin bivakkeren. Uit de wind en in de zon was het zelfs warm te noemen.

Om een uur of 5 stapte ik weer op de fiets. Via Burgerveen, Nieuwe Wetering, Rijpwetering en Oud-Ade reed ik op de Steutelstad af, waar ik 58 kilometer op de kilometerteller had staan. Als ik zou kunnen waterfietsen, dan had ik met de 2 kilometer over de Kaag erbij 60 kilometer rond hebben afgelegd.

zaterdag 6 juni 2015

De puntjes op de i


Volgende week zaterdag is de uitvoering van "Blest pair of sirens" in de Hartebrugkerk in Leiden. Vanmiddag was de laatste reguliere repetitie van de Leidse Koorprojecten.
Om even over half 1 vertrok ik in het zonnetje vanaf de bibliotheek van Valkenburg naar de Lokhorstkerk, waar we onder leiding van Wim de Ru bijna alle nummers doorzongen.
Net als de voor Ada en mij vorige keer begonnen we met "Een nachtegaal in Echternach".

Aansluitend kwam "Archibaldus van Oostzaan" van Daan Zonderland en Albert de Kler aan de beurt.

Er waren bij deze openingsnummers slechts enkele passages, die herhaald moesten worden. Wat dat aangaat waren, zoals te verwachten was, de "Wederwijven" heel wat weerspanniger.
Het Hollandse blok werd afgesloten door "Pater Noster" van Hendrik Andriessen. Hoewel dit "Onze Vader" op zich heel aardig ging, kwam er wel wat finetuning aan te pas om dit behoorlijk hoog gezongen lied nog beter te laten klinken.

Na de eerste pauze, die we buiten doorbrachten, vervolgden we de repetitie met "Fals love" van Edward Elgar.

De rest van het tweede blok werd besteed aan "Blest pair of Sirens" van Charles Hubert Parry. Dit achtstemmige lied is het slotlied van het concert op zaterdag 13 juni en het bevat het grootste aantal struikelblokken.

Per partij werden de puntjes op de i gezet, en ik kan u verzekeren, dat dat er heel wat waren. De tweede pauze werd er zelfs voor uitgesteld! Maar eerlijk is eerlijk: we hebben dit mooie maar lastige lied nog nooit zo goed gezongen. En dan te bedenken, dat we dan steun krijgen van the Fleet Cholar Society.
Het derde blok was na de verlate pauze iets korter. Allereerst kwam "I was glad" van Henry Purcell aan de beurt. Ook hier waren er enkele lastige passages, maar over het algemeen kon de dirigent blij zijn, dat het vrij vlekkeloos verliep.

Het slotakkoord was voor de meest bekende klassieke componist van het concert: Felix Mendelssohn Bartholdy. Dirigent Wim de Ru vond onze uitvoering van "Hör mein Bitten, Herr", een ten onrechte wat in de vergetelheid geraakt meesterwerk, zo mooi klinken, dat hij ons bepaalde passages telkens nogmaals liet zingen. Kom dus allemaal luisteren op 13 juni, want je maakt het niet iedere dag mee, dat je bij een repetitie al een toegift mag geven....

maandag 1 juni 2015

Vuurol


"Vuurol" is de lokale variant van "Oerol" op Terschelling.
Vanmorgen vroeg waren wij al helemaal in de stemming gekomen voor dit totaaltheater. Om 6 uur wekte Tim ons met de mededeling, dat er een merel tussen de binnen- en buitentent zat. Voorwaar een vroege vogel.

Met wat ooit vogels in de dop waren kregen we te maken bij het ontbijt. Alle eieren uit de eierdoos waren gekookt. Joep en Tim hadden er ieder 2 op. De tweede van Joep was helemaal onmiskenbaar, want Tim gooide deze van het ene eind van de 4 kampeertafeltjes naar Joep toe, die hem aan het andere eind van de tafels keurig opving.
Aan het eind van de maaltijd meldde Margriet zich. Ze wilde haar ei nu wel. Er was echter geen ei meer....

"Maar er zitten toch 12 eieren in een doos", verweerde Joep zich: "Er is dus genoeg voor iedereen. Zijn er nog anderen, die 2 eieren op hebben?"
Het verval van het hedendaagse rekenonderwijs openbaarde zich: "Joep, er bestaan alleen dozen van 6 of 10 eieren!"

Met het betere rekenwerk probeerde Tim om 3 uur korting los te peuteren bij Sherlock Holmes, die als een speurneus rondliep op het Vuurol-terrein.

De korting kregen we niet, maar we kregen wel tips van deze superspeurder, waar we het beste naar toe konden gaan. Maar dan had Sherlock buiten de gezellige charmes van onze Tim gerekend, want bij de kassa wist hij bij de dames toch korting te krijgen....





Al vrij snel stuitten we op een paar kabouters.



Met mijn ervaring met kabouterschaatsen had ik wel een streepje voor!

Met blauwe armbanden voor het personeel om onze polsen gingen we naar "Mycelium", een combinatie van muziek, dans en drama van Theatergroep "Het WEB" en "Cielito".


Gezeten op het mos keken en luisterden we naar het familiedrama. Aan het eind kregen 4 personen uit onze groep van wildvreemden een wens of wijze raad toegestopt.



We liepen door naar een vennetje, waar door "Theaterrabarber" het verhaal van de heks Baba Jaga werd verteld en gespeeld met af en toe publieksparticipatie.




"Heksensporen" was een succes.

Dat gold wat minder voor "Enkel- of dubbelspoor" van "2vallig" over een tweeling, die moet leren om elkaar los te laten.



De slotact was wat ons betreft KunstKeetFestival. Zij speelden met een prachtig taalgebruik "De Buskenblaser", een Middeleeuwse klucht over een domme boer, die zijn beste koe verkocht en het geld ervoor gebruikt voor een verjongingskuur, waar zijn vrouw niet zo blij mee was.



Maar de toegift was de grote verrassing van "Vuurol". Op het pad voelde ik, dat de rits van mijn trainingsjack open stond. De kilometerteller zat er nog in, mijn fietssleutel echter niet. Hoe vind je die terug? Ik meldde me dus bij meesterspeurder Sherlock Holmes, maar zelfs die zag er geen gat in.

En dan merk je het grote voorbeeld van getrouwd zijn met een praktische vrouw. Zij was doorgelopen naar de fietsen, waar de fietssleutel nog keurig in het slot zat. Om het verhaal nog fraaier te maken: ook de sleutel van Margriet zat nog steeds in het fietsslot. Met een opgelucht gevoel reden we naar "Puur" toe, waar we na 37 kilometer fietsen in het zonnetje ons borreluurtje hadden.
Om 7 uur wandelden we naar het centrum van Lage Vuursche, waar we bij pannenkoekenhuis "De Bosrand" zouden gaan eten. Daar het een frisse avond beloofde te worden, liep ik nog even terug naar de camping om "Saboteur" op te halen.

Wellicht dat we als de keuken dicht was, konden blijven zitten.
Bij terugkomst kon ik meteen bestellen. Op aanraden van Sheila nam ik een Noorse pannenkoek. Samen met een La Chouffe smaakte de spekpannenkoek met zalm prima.





Hilarisch werd het bij het bestellen van het toetje. Op de menukaart prijkte een seniorenijsje! Een kwartet 60-plussers bestelde dit. Daar ik deze mijlpaal nog niet gepasseerd was, hield ik het bij een grotere portie.
Om half 10 verlieten we "De Bosrand" om onder de eerste spetters onder het afdak plaats te nemen. Tim maakte het met de meterslange sfeerverlichting extra gezellig.


Ik miste alleen de Tibetaanse vlaggetjes.






Na een tijdje kletsen, sterke verhalen en veel lachen zongen we nog wat liedjes, voor we om 11 uur de slaapzak opzochten.