dinsdag 29 oktober 2013

Lou Reed

In de jaren '70 was hij een van de meest gedraaide artiesten in "De Hobbit" in Nieuw-Vennep, waar ik regelmatig een bardienst draaide: Lou Reed. Zijn lp's "Transformer" en "Berlin" zijn dan ook klassiekers, net als de lp "Velvet Underground & Nico".

Na een levertransplantatie is hij op 71-jarige leeftijd overleden. Gezien zijn levensstijl in de jaren '60 en '70 is hij opmerkelijk oud geworden.

In de Top 2000 staan steevast 2 nummers, die in ieders geheugen gegrift staan.
Als je alleen de intro hoort, zit "Walk on the wild side" de hele dag in je hoofd, hetgeen niet bepaald een straf is.

Daarnaast schreef hij een perfect lied: "Perfect day".

Lou, nu kun je deze hemelse muziek daarboven spelen.

maandag 28 oktober 2013

Fietswiel

In een grijs, pardon, kleurrijk verleden, speelde ik met een viertal vrienden in een folkgroep. We noemden ons "Schelvispekel".

De instrumenten, die ik het best beheerste waren de lepels, het wasbord en....het fietswiel. Met een spies kon je de spaken bespelen als een ritme-instrument, net zoals je dat bij het wasbord doet met ijzeren vingerhoedjes.
Ik dacht redelijk origineel te zijn, tot ik dit weekeinde stuitte op een filmpje op youtube, een schatkamer vol onverwachte pareltjes, met Frank Zappa in de hoofdrol.

Deze muzikale vernieuwer was mij voor en, eerlijk is eerlijk, hij is nog beter ook. Desondanks sta ik wel mooi in een muzikale traditie.
Maar er ging een wereld voor mij open! Ada weet nog niet, wat haar bij de komende fietsvakanties te wachten staat....

Riders on the storm

Begin jaren '70 hadden "The Doors" een grote hit met een van hun meesterwerken: "Riders on the storm".

Op www.weerwoord.be, een forum voor weeramateurs, dat ik in de wintermaanden veelvuldig raadpleeg, was de storm van vandaag al een week geleden aangekondigd. Ik was dan ook goed voorbereid.

Doordat we nog maar net in de wintertijd zitten, was ik vroeg wakker. Dat kwam mooi uit. Om half 8 had ik ontbeten. Het was nog droog en de stormkracht was nog lang niet op haar hoogst, al had het KNMI code Rood uit doen gaan.

Ik had verwacht, dat ik net als op 18 januari 2007, de nu voorlaatste zware storm, een krachtige zijwind zou hebben. Toen stond er windkracht 10 met windstoten, die daar nog eens bovenuit kwamen. Op die donderdag was ik met de "Krasse knarren" aan het schaatsen in de Leidse IJshal. De ijzeren platen op het dak begonnen te klepperen en op last van de brandweer werden we gesommeerd het ijs te verlaten. De training was wat korter, maar we hadden stof genoeg om in de kantine onder het genot van koffie en warme chocolademelk over te praten.
Op die januaridag ben ik 3 keer van de weg geblazen op de Kooltuinweg tussen de Tjalmaweg en het vliegveld. Nu mountainbike ik een paar keer per jaar, dus ik wist, dat je dan niet je stuur om moet gooien, maar rustig afremmen in de richting, waarheen je heen geblazen wordt. Behalve wat extra meters fietsen door het gras was er niks aan de hand.
Dis scenario had ik in gedachten, toen ik om half 8 op de fiets stapte. Maar dat viel alleszins mee.

Ik had de wind half in de rug, waar ik zij-tegen had verwacht. Ik schoot dus meer op, dan ik had gedacht en een ritje door het gras bleef achterwege. Om 8 uur was ik al op mijn werk, een uur vroeger dan normaal.
Buiten zwol de wind aan om rond het middaguur op zijn krachtigst te zijn.

Om half 4 zat ik weer op de fiets en wat bij een flinke storm wel eens vaker gebeurt: de wind wil na de storm nog wel eens uit een andere hoek waaien dan aan het begin ervan. Zodoende had ik op weg naar huis de wind weer half in de rug. Soms valt het mee....

zondag 27 oktober 2013

Zesdaagse werkweek

In de vorige eeuw hebben de vakbonden alles uit de kast gehaald om de vijfdaagse werkweek ingevoerd te krijgen. In de jaren '60 was het zo ver. In alle sectoren? Nee, in dienstverlenende beroepen bleef de zesdaagse werkweek bestaan. Als bibliothecaris ben ik eens in de 3 weken "gedwongen" om op zaterdag te werken.
Natuurlijk is het heerlijk om het hele weekeinde vrij te zijn, maar de zaterdag is een gezellige dag om te werken. De klanten hebben minder haast dan door de week, dus de sfeer is veel gemoedelijker. Je maakt dan ook vaker een praatje met klanten, een veelal onderschat onderdeel van ons mooie beroep. Onze klanten komen niet alleen voor de boeken of de informatie, maar ook voor een stuk gezelligheid!
Gisterenochtend kwam ik Willem van Vliet tegen, met wie ik in januari een paar prachtige toertochten op natuurijs heb gemaakt.

Hij vertelde me over de voorlichtingsavond over de schaatsreis naar Zweden. Het was een groot succes. In totaal hebben 13 personen zich aangemeld voor de reis naar de Zweedse meren.

Daarnaast hadden we het over de 1000 rondjes van Leiden, die op 15 december alweer aan de vierde editie toe is, met de Monique Velzeboer Foundation als goede doel.

Deze twee evenementen samen leverde het volgende verhaal op. Willem was vorig jaar met een paar Krasse knarren bij Falun de 200 km aan het schaatsen. Als vrij snel werden ze ingehaald door een jongeman van een jaar of 20, die hen met een prachtige techniek voorbij stoof. Na 110 km kwamen ze dezelfde jonge hond tegen. Hij zat er helemaal doorheen. De bekende beginnersfout: hij had de race niet goed ingedeeld en zichzelf volledig opgeblazen.
Oh ja, voordat jullie een verkeerd beeld krijgen van mijn beroepsopvatting: tussen de verhalen door hielp ik Willem aan de door hem gezochte boeken.
Na 's middags met Hans Boers door de veelkleurige Horsten gelopen te hebben, ging onder het kijken naar de 1500 meter op het NK de telefoon. Gerard van Tol zocht voor 's avonds een invaller voor het G-schaatsen.
Nu had ik deze week 6 dagen gewerkt en maar 5 dagen geschaatst. Het was dan ook een uitgelezen kans voor het herstellen van de balans.
Na een zestal pannenkoeken gegeten te hebben, zat ik om kwart voor 8 op de fiets naar de Leidse IJshal. Om kwart over 8 gaf ik schaatsles aan een tiental G-schaatsers. De nadruk lag op de zijwaartse afzet, een punt waar de meeste schaatsers nog zeer veel winst kunnen boeken. Met Steigerungen, glijstarts en de gewone start uit stilstand zat het uur er al weer op.
Behalve een zesdaagse werkweek had ik een vijfdaagse vrijwilligerswerkweek gedraaid. Al klinkt dat meer, dan het is. Het betrof telkenmale een uur. Je moet niet gaan overdrijven.

En een ervan heb ik al weer terugverdiend, doordat de klok een uur teruggedraaid werd....

zondag 20 oktober 2013

Oktoplus

Over 4 weken is er een reünie van jongerenkoor Oktopus uit Nieuw-Vennep.

Naar aanleiding van de publiciteit kreeg de dirigent enkele vragen over de muziek. Joop Beenakker mailde er eentje door: "Zingen wil ik van de wereld, tja het is een gospel, maar welke, ik weet het niet meer, jullie?"
Met deze gegevens ging ik aan de slag, met youtube als voornaamste bron om uit te putten. Als ervaren speurspecialist weet ik, dat de keuze van de juiste trefwoorden essentieel is. Dat was al zo in de tijd, dat ik vragen beantwoordde via het reeds ter ziele zijnde Al@din, nu is dat nog steeds het geval.
Met de mij beschikbare gegevens vond ik uiteraard niets, of beter gezegd veel te veel. Er moest dus een verfijning bij komen. Ik wist, dat we vroeger veel nummers van Harry Belafonte zongen met een bewerkte, Nederlandstalige tekst.

Ik vond genoeg, maar niet het nummer, wat ik zocht zonder zanger of titel.
Gospel leverde dus niet het antwoord op. Dan maar beginnen met een ander trefwoord. Vroeger werden gospels vaak aangeduid als negro spirituals. Ook zo kwam ik aardig wat bekende nummers tegen, maar het bleef het zoeken naar een speld in een hooiberg.
Maar dan krijg je het gekke: bij muziek, die zeer lang weggezakt is in je geheugen, komen plots wat flarden naar boven als je er mee bezig bent. En dat ben ik regelmatig, als ik voor mijn blog een bepaald nummer zoek. Je traint dan in zekere zin een gedeelte van je geheugen, waardoor plotseling een luikje opengaat, waarachter het muziekstuk als het ware verborgen zit.
Vorige week schoot me, terwijl ik aan het zoeken was, het woord "Great" uit de titel te binnen. Het toevoegen van dit woord aan "negro spritual" leverde een serie resultaten op, waarbij op de eerste pagina de voltreffer al zat: "In that great gettin' up morning".

Dit speuren naar het antwoord op lastige vragen is een van de redenen, waarom ik gekozen heb voor het prachtige beroep van bibliothecaris.

zaterdag 19 oktober 2013

Het Loo

"Wat als geintje begon, werd Ernst. En Ernst kan nu al lopen!"
Aldus een korte mop uit mijn jeugdjaren. Maar in zekere zin ging dat vandaag op. Dat Ada en ik vandaag door de prachtige symmetrische tuinen van Het Loo liepen, hadden we te danken aan een geintje. Voorafgaand aan de kroning van Willem-Alexander tot Koning der Nederlanden werd aan zijn onderdanen gevraagd, wat hun droom was voor het land.
Een ironisch blogstukje, waarbij het voormalige IOC-lid hals over kop Sotsji moest verlaten tijdens de Olympische Winterspelen, omdat na 17 jaar de Elfstedentocht weer gehouden zou gaan worden, was mijn inzending. Uiteraard hoop ik, dat het uitkomt, maar ik vermoed, dat het iets te veel wensdenken is.
Zoals ik had verwacht, was mijn bijdrage niet opgenomen in het Droomboek.

Wel werd mijn naam vermeld op de binnenkant van het betreffende boek. Daarmee was de kous af, dacht ik. Tot ik een mailtje ontving van het Nationaal Comité Inhuldiging.

Alle inzenders mochten gratis naar paleis Het Loo in Apeldoorn.
Daar mijn vrouw en ik elkaar 33 jaar geleden leerden kennen bij de blokkade van de kerncentrale van Dodewaard, doen we vaak iets bijzonders op 19 oktober. Mijn voorstel was dus simpel: laten we met de fiets in de trein naar Apeldoorn gaan en daar Het Loo en omgeving verkennen.
Zo gezegd, zo gedaan. Om kwart voor 9 zaten we op de fiets naar Den Haag Centraal. Het was nog fris, maar het beloofde een mooie dag te worden. We zetten de fietsen in de daarvoor bestemde ruimte en de wat korte trein vertrok richting Enschede. Bij Gouda kwamen er heel veel mensen bij. Het bleek, dat er ergens een ongeluk met een trein was gebeurd, dus we liepen een kleine vertraging op. In Utrecht was de trein nog veel voller en na een kwartier in het station te hebben gestaan, vertrokken we richting Amersfoort en kwamen ruim een half uur te laat in Apeldoorn aan. Wat je een royale vertraging mag noemen....
Via het knooppuntennetwerk reden we naar Het Loo toe, waar in het park voor het paleis een kleine 100 Ferrari's stonden geparkeerd op een van de oprijlanen.

Na aan de andere kant van het park onze gratis toegangskaartjes te hebben opgehaald, fietsten we langs de banieren met de dromen voor ons land weer naar het paleis terug. Het scheelde € 14,50 p.p.
In een zijvleugel was een prachtige maquette van het paleis en de tuinen, waarbij de symmetrie hiervan je meteen opviel. Daar het prachtig, zonnig najaarsweer was, liepen we meteen door naar de paleistuinen.


Behalve de strakke lijnen in de tuin, sprongen ook de prachtige fonteinen in het oog. Het zijn echter geen fonteinen de eeuwige jeugd.

In mijn jeugdjaren ben ik namelijk één keer eerder op bezoek geweest bij Het Loo. Dat was in 1975, toen ik als student aan de Pedagogische Academie "De la Salle" stage liep bij "De Schakel", een basisschool in Nieuw-Vennep. Met de zesde klas ging ik in juni mee met het kamp, samen met o.a. Wim Munstege. We verbleven 2 nachten in het gebouw van de padvinderij van Apeldoorn. Dat padvinden hadden we wel nodig, want er stond ook een puzzeltocht op het programma, naast het onvermijdelijke bezoek aan Julianatoren en de Apenheul. Het educatieve element betrof een bezoek aan Het Loo.


Toen stond deze prachtige esdoorn er ongetwijfeld ook al, alleen zullen de bladeren destijds groen zijn geweest, doordat het de maand juni betrof.


Na nog een tweetal andere fonteinen kwamen we aan bij het eind van de tuin. Hoewel?

We wandelden een stukje terug om op een terras ons brood en fruit op te eten, alvorens we verder door de tuin kuierden.






De twee wereldbollen waren wel verschillend. Eentje was inderdaad een globe, de andere bevatte alle tekens van de dierenriem op de buitenkant. Deze twee fonteinen stonden niet aan.



In de zijvleugel hieronder bekeken we een tentoonstelling met onder andere eigengemaakte familiekiekjes van de Oranjes, zowel in huiselijke kring als vakantiefoto's.

Voortbordurend op het informatieve boek van journalist Joris Luyendijk zou ik zeggen: "Het zijn net gewone mensen".

Op de foto hieronder lijkt het, of het hoofdgebouw van Het Loo getoond wordt.

Het betreft echter een natuurgetrouw beschilderd doek, dat de restauratie van het gebouw aan het oog onttrekt. Kan het koningshuis beter gesymboliseerd worden dan op deze foto?

In de vleugel aan de overzijde bekeken we de deze week geopende multimediale tentoonstelling "Wij, Willem".

Zoals iedereen weet, vertoont techniek in het begin nog al eens kinderziekten. Deze zaten bij deze ruim een half uur durende rondleiding aan het eind van de tentoonstelling, waarin de Oranjes een Wij-gevoel willen uitstralen.

Waar wij van hielden was het aanschouwen van alle herfsttinten, die in deze esdoorn te ontwaren waren.


We besloten ons bezoek aan Het Loo met een bezoek aan de balzaal. We gingen echter niet zaalvoetballen. De balzaal was nu restaurant geworden. Hier maakten we gebruik van het aanbod om voor € 4,95 koffie of thee met een prinsessentaartje te nemen. Het smaakte inderdaad prinsheerlijk.
Na nog een klein rondje door een deel van de tuin verlieten we langs dit historisch tableau Het Loo.

We wandelden, pardon, we schreden naar onze fietsen voor het tweede deel van ons bezoek aan Het Loo: we zouden een groot deel van de Oranjeroute fietsen.

Alleen kwam het voor ons beter uit, als we de Oranjeroute tegen de bewegwijzering in zouden fietsen. Denk nu alsjeblieft niet, dat ik graag tegen de stroom in ga....
Om te beginnen was het lastig om het beginpunt van de route te vinden, maar toen we knooppunt 63 eenmaal gevonden hadden na een paar keer verkeerd rijden, konden we beginnen aan de Koninklijke weg.

Langs prachtige lanen en dreven met bomen in herfsttooi en paddenstoelen in alle vormen en maten reden we het bos in van landgoed Het Loo. Kilometerslang klommen we op vals plat, terwijl er geen enkele aanwijzing te vinden was, dat we op het juiste pad waren. We stonden net op het punt om rechtsomkeer te maken, toen er 2 vrouwen kwamen aangefietst. Zij bleken uit Hoog Soeren te zijn gekomen met de Oranjeroute. We zaten dus goed.
Een van de vrouwen was vol lof over de Asselse heide: "Het is net, of de door de hemel fietst!"
Voor degenen, die altijd al gedacht hebben, dat ik een hemelfietser ben: dit keer kan ik ze gen ongelijk geven.


Behalve deze prachtige heide kwamen we door dichte beukenbossen, klommen en daalden we naar Hoog Soeren en Assel en genoten volop van het kleurenpalet van vijftig tinten herfst op deze nazomerdag.
Na in Assel wat fastfood gegeten te hebben, reden we langs het spoor naar Apeldoorn. Op dit stuk heb ik 4 jaar geleden moeten schuilen voor een flinke onweersbui.
We hadden een mooie fietstocht gereden. Ik kan iedereen aanraden om de Oranjeroute te fietsen, zeker op een mooie herfstdag.
Bij het station hadden we een beetje pech. De trein reed net weg op het moment, dat we op het perron aan kwamen. Dat we een half uur moesten wachten, mocht de pret niet drukken. En al helemaal niet, toen we vanaf Gouda met de trein door de stromende regen reden. In Den Haag Centraal besloten we om de trein naar de Vink te pakken in plaats van door de regen naar huis te fietsen.
Thuis gekomen na 52 km fietsen hoorden we, dat het in het westen van het land de hele middag geregend had. Voor ons was Het Loo niet bepaald een Waterloo.

woensdag 16 oktober 2013

Gijp

Gisterenavond werd de winnaar van de NS Publieksprijs bekendgemaakt. Het werd, enigszins verrassend, "Gijp" van Michel van Egmond. Het is het portret van de oud-profvoetballer en voetbalanalist bij het televisieprogramma Voetbal International René van der Gijp die geheel onverwacht een burn-out kreeg.

Verrassend, daar het de eerste keer is, dat een sportboek deze prijs wint.
Zelf had ik trouwens op een ander boek gestemd: "Reizen zonder John" van Geert Mak.

Deze historicus weet altijd historische feiten op speelse wijze te verbinden met het hedendaagse leven.
Desondanks voel ik me een sportief "verliezer". Het simpele feit, dat een sportboek de NS Publieksprijs kan winnen, biedt hoop voor de toekomst.....

zondag 13 oktober 2013

Groene tas

Hoeveel jaar ik de groene tas al in mijn fietstas heb gestopt op weg naar of van mijn werk: ik zou het niet weten. Het zijn in ieder geval heel wat keren geweest.

De tas stamt sowieso uit de vorige eeuw. Ik vermoed, dat ik de tas tussen de 15 en 20 jaar met me meeneem. Het stamt nog uit de tijd, dat ik hoofd was van filiaal Katwijk aan den Rijn, dat op 31 december 2013 na 32 jaar definitief de deuren gaat sluiten.

Dat moment is ook voor mijn groene Nomadtas gekomen.

Maar dat heeft meer te maken, dat het telkens open gaat. De rits is gewoon op.
Daar je echter niet zonder werktas kunt, is er al een vervangend exemplaar. Tweedehands, dat wel.

Ik neem Ada's oude werktas over. Kunnen we kijken, of deze bruine Nomad net zo lang mee gaat als de groene tas.

zaterdag 12 oktober 2013

Bob Chilcott


In juni hadden we met het koor van de Stichting Leidse Koorprojecten 2 stukken van hedendaagse Engelse componisten gezongen. Voor de pauze zongen we het "Requiem" van Bob Chilcott, na de pauze was "Cry of the Earth" van Tony Biggin aan de beurt.

Bij de uitvoering op 21 juni was componist Tony Biggin aanwezig.
Voor vandaag was er een workshop georganiseerd met Bob Chilcott.
Om kwart voor 1 fietsten Ada en ik naar de Lokhorstkerk, waar we onder leiding van de componist een drietal stukken zouden zingen. Bob Chilcott gaf een korte introductie van zichzelf. Hij zong als jongen en als universitair student in het koor van het King’s College van Cambridge. Hij maakte zo’n 12 jaar deel uit van de King’s Singers als tenor. Sinds 1997 is hij werkzaam als componist.
Het inzingen was heel anders, dan we gewend waren. Gewoon meteen vierstemmig en aan het eind met ritmisch klappen en daarbij kort zingen. Om je meer op je gehoor te laten letten, moest je je ogen daarbij dicht doen. Gek genoeg ging het toen makkelijker.
Het eerste stuk, wat we oefenden was "Jesus, springing".

Als je de titel ziet, verwacht je veel, maar niet, dat je een Christmas Carol zingt. Helemaal niet, als je de tekst erbij ziet. En toch is het wel degelijk het geval. Chilcott vertelde, dat dit teruggrijpt op de oudste Engelse traditie. Carols bezongen het hele leven van Jezus, van de wieg tot het graf.
De traditie, zoals wij die kennen, gaat terug naar de 19e eeuw, toen Queen Victoria getrouwd was met een Duitse prins.
Deze Albert bracht een aantal Duitse muzikale tradities mee, waaronder de kerstboom en de kerstliederen, zoals wij die kennen: geboorteliederen. De typisch Engelse traditie van Christmas Carols is dus iets meer dan anderhalve eeuw oud!

En de vrij jong overleden prins Albert kennen wij vooral van de Royal Albert Hall.
Daarna mochten we lallen. Met mijn ervaring als barkeeper in "De Hobbit" was dat een kolfje naar mijn hand.

In de Carol "Where Riches is Everlastingly" moesten we hele stukken "lal, lal, lal" zingen. Het is lastiger dan je denkt, omdat het ook nog op de juiste toonhoogte en in het juiste ritme moest en je daarna ineens een gewone tekst en een heel ander ritme op moest pakken.
Halverwege het oefenen van "Where Riches is Everlastingly" was het pauze. Er was echter nog geen koffie of thee en daar we niets bij ons hadden, wandelden we naar de Pieterskerkchoorsteeg, waar we in een eettentje cappuccino en warme chocolademelk dronken.

Terug bij de Lokhorstkerk praatte ik verder met mijn buurman Nico Koek, een jeugdvriend van de veel te vroeg overleden Jan Beenakker. We wisten eerst van elkaar niet, dat we de familie Beenakker goed kenden. Soms is de wereld heel klein!
Na de rest van "Where Riches is Everlastingly" gerepeteerd te hebben, vertelde Bob Chilcott, dat hij ooit voor Koningin Juliana had gezongen met het King’s College.
Daaraan haakte hij het verhaal vast van het 60-jarig regeringsjubileum van Queen Elisabeth II. Hij was een van de genodigden bij de lunch. De koningin kreeg een flinke bel gin, aangelengd met martini.
Met gevoel voor understatement rondde hij het onthullend feitenmateriaal af met: "So you become very old!"
Wij vervolgden de repetitie met een oude bekende: "Thou knowest, Lord" uit het "Requiem".

Deze zat er nog goed in, maar de componist legde een paar accenten net even anders dan Wim de Ru, die vandaag meezong als bas.
Ook hier volgde weer een smeuïge uitleg over requiems in het algemeen en dit "Requiem" in het bijzonder. In Katholieke requiems werd de nadruk gelegd op hel en verdoemenis, met name in "Dies Irae".

In de Anglicaanse traditie lag het allemaal een stuk milder. Wij moesten van de componist de nadruk leggen op Mercyful in de zin "O Holy and mercyful Saviour, thou most worthy Judge eternal": "I know I'm a lad with a lot of mistakes, but this is the only chance!"
Om 5 uur zat het repeteren er op en zongen we de 3 liederen, die we geoefend hadden, voor familieleden en vrienden van koorleden, die kwamen luisteren naar een niet vlekkeloze, maar zeer enthousiaste uitvoering.
Wij hadden een heerlijke zangmiddag gehad onder leiding van een dirigent, die zingend de begintoon van iedere stemsoort aangaf, van de laagste bas tot aan de hoogste sopraan, hetgeen aan een tenor de opmerking ontlokte: "Hij is er aan geholpen!"
Met zijn Engelse humor had Bob Chilcott een prachtige oneliner, toen we een keer niet op de juiste toonhoogte zongen: "The piano doesn't lie!"

dinsdag 8 oktober 2013

De brief voor de koning

Als je levenspartner op een basisschool werkt en je bent zelf werkzaam in een openbare bibliotheek, is da kans redelijk groot, dat de gesprekken vroeger of later over jeugdliteratuur gaan. Dat was ook vanmorgen het geval, toen wij het hadden over het meesterwerk van Tonke Dragt: "De brief voor de koning".

Ada en ik hebben dit spannende jeugdboek een paar keer gelezen. Persoonlijk vind ik het het mooiste jeugdboek, wat ik gelezen heb. Daaraan sta ik niet alleen. "De brief voor de koning" werd in 2004 bekroond met de Griffel der griffels.
Ook het afsluitende vervolg "De geheimen van het Wilde Woud" is een zeer spannend ridderverhaal, dat je nauwelijks weg kunt leggen, als je er aan begonnen bent.

Het kon dan ook niet uitblijven: "De brief voor de koning" is verfilmd.

Ook al is het boek inmiddels meer dan 50 jaar oud: ik kan iedereen aanbevelen het (nogmaals) te lezen.

Let er daarbij echter wel op, dat u misverstanden in uw omgeving voorkomt. Meer dan een eeuw lang kon je in Nederland zonder kans hierop spreken over "De brief voor de koning", maar die vlieger gaat niet meer op sinds er op 30 april een Elfstedencrack op de troon zetelt.

zaterdag 5 oktober 2013

Alarmfase 3

Op de eerste zaterdag in de Kinderboekenweek had ik dienst. Om even over 9 fietste ik richting Katwijk. De mistflarden hingen boven de weilanden, hetgeen niet ongebruikelijk is op een dag met weinig wind in oktober.
Op de jeugdafdeling was het al druk met collega's, die de laatste dingen klaarlegden voor het feestprogramma.
Want behalve het gewone programma had de bibliotheek een extra attractie: een boekpresentatie.


De Katwijkse schrijfster Els Rooijers en illustrator Bert van der Meij presenteerden hun nieuwste boek "Alarmfase 3".

Maljaert van der Gugten van Boekhandel Van den Berg kwam met een doos boeken binnen. Uiteraard kocht ik een exemplaar van "Alarmfase 3". Daar ik op de benedenverdieping dienst had, had ik er geen zicht op of dit het eerste verkochte exemplaar was, maar ik wilde uiteraard wel een gesigneerd exemplaar.

En waar je dan over het algemeen een boek met een handtekening van de schrijver krijgt, kreeg ik nu een exemplaar met een handtekening en een tekening. In een paar minuten produceerde Bert van der Meij een behoorlijk gelijkende tekening van mij op, of beter gezegd net naast een skateboard.

Maar ja, hij tekent ook de strip "Kappie", die wekelijks in de Katwijksche Post te vinden is. Allerlei lokale actualiteiten worden daar in Katwijks dialect op de hak genomen.

Nu is mijn Kattuks nog niet zo gevorderd, dat ik iedere tekst blindelings kan doorgronden, maar volgens mij betekent "We benne skaese" in gewoon Nederlands "We zijn gaan schaatsen".

Daar kan ik me volledig in vinden!