woensdag 30 april 2014

Volkslied

Voor het eerst in mijn leven heb ik op 30 april gewerkt. Voorheen was het altijd Koninginnedag.

Dat het nu Koningsdag is geworden, daar kan ik me wel in vinden. Maar waarom moet de eerste editie, die op zondag 27 april viel, verplaatst worden naar zaterdag?
Vrijwel heel Nederland is zodoende een vrije dag door de neus geboord. En dat terwijl we het minste aantal nationale feestdagen van Europa hebben!

Ten tijde van koningin Juliana werd Koninginnedag op maandag 1 mei gevierd in de jaren, dat 30 april op zondag viel. Ik kan me dat nog goed voor de geest halen. Met een groep vrienden uit Nieuw-Vennep gingen we op Koninginnedag altijd stappen in Amsterdam en dan kon het gebeuren, dat dwars door de feestende menigte bij het Leidseplein een kleine stoet met rode vlaggen de Dag van de Arbeid vierde. Dat kon gewoon in Mokum.
Maar nu, in deze tijden waarin werkgevers het voor het zeggen hebben, wordt één van de weinige nationale feestdagen opgeofferd ten behoeve van "de economie".
Maar het meest kleinzielig is, hoe we omgaan met Bevrijdingsdag. Slechts eens in de 5 jaar!
Uit protest tegen dit kleinzielige gedoe rond 2 door de neus geboorde vrije dagen in 1 week tijd, stap ik over naar het Frysk Folksliet.

Er zijn aardig wat uitvoeringen te vinden, onder andere van Iris Kroes.

Muzikaal zit het ook een stuk spannender in elkaar dan het Wilhelmus. Er zit een instinker in: op het eind ga je flink omhoog, dus als je niet laag genoeg inzet, haal je de hoogste tonen van De âlde Friezen niet.
Nu heeft het Frysk Folksliet de mooie eigenschap, dat het gespeeld wordt tijdens de Elfstedentocht. Dat is voor schaatsers Koninginnedag en Bevrijdingsdag ineen!
En wie kan dat beter zingen dan Syb van der Ploeg, de zanger van "De Kast", die net als de groep IJVL-ers op 11 februari 2012 de Tocht der Tochten heeft uitgereden.

Daarom besluit ik op deze voormalige Koninginnedag met het volkslied, gezongen door Elfstedenrijder Syb van der Ploeg.

maandag 28 april 2014

De Week van het Sportboek


Afgelopen week was het de Week van het Sportboek. De Week van het Sportboek wordt dit jaar voor het eerst georganiseerd door Stichting CPNB in samenwerking met sportboekenuitgevers en NOC-NSF. De campagne richt zich op meer zichtbaarheid van sportboeken in boekhandels en bibliotheken en wijst klanten en leden op het ruime aanbod aan sportboeken.
Nu heb ik daar als bibliothecaris en sportliefhebber geen aparte week voor nodig. Wat mij betreft is het iedere week sportboekenweek. Maar ja, ik heb dan ook al 2 sportboeken op mijn naam staan.

In het najaar van 2011 kwam "Molen- en Merentocht" uit bij Mijn Bestseller, een half jaar later zag "De Elfsteden toch gereden" het licht.

Nu heeft u de mogelijkheid om tot 1 juni uw stem uit te brengen voor de publieksprijs voor het beste sportboek van het jaar. Er zijn 10 boeken genomineerd.

De genomineerde boeken zijn:
"Bloedbroeders" van Steven Derix en Dolf de Groot
"Gepakt" van Mart Smeets
"Laurens ten Dam" van Robin van der Kloor
"Dennis Bergkamp" van Jaap Visser en David Winner
"Vechtlust" van Vincent de Vries
"De Wolf, John" van Jeroen Siebelink en John de Wolf
"De kunst van het dalen" van Martin Bons
"Tussen Godenzonen" van Auke Kok
"Sven" van Johan Boef
"Het is zoals het is" van Marcel van Roosmalen
Het betreft 4 wielrenboeken, 5 voetbalboeken en 1 schaatsboek. Voordat ik mijn stem uitbracht, koos ik in iedere categorie een boek uit.
Bij de schaatsboeken was de keuze erg makkelijk: "Sven" van Johan Boef.

Bij de wielerboeken viel mijn keuze op "De kunst van het dalen" van Martin Bons.

Dalen is niet voor iedereen weggelegd. Dalen is een kunst. Martin Bons schreef een boek over dalen in de Tour de France. Over angsten. Over toeval. Over de krankzinnigheid. Maar vooral ook over de schoonheid van het meest onderschatte onderdeel van de wielersport.
En tenslotte "Tussen Godenzonen" van Auke Kok. De auteur liep een seizoen lang mee met de selectie van Ajax toen de Amsterdamse club voor de derde maal op rij landskampioen werd. Gisteren werd het kwartet volgemaakt.

Mijn keuze viel op het boek van Auke Kok. De prima presentatie, die hij in de bibliotheek aan de Hoorneslaan heeft gegeven, lag nog vers in het geheugen. Dat was voor mij een schot in de roos.

vrijdag 25 april 2014

Frontlijnfietsroute

Daar ik in mijn jeugdjaren leraar geschiedenis wilde worden, heeft dit prachtige vak altijd mijn voorliefde behouden, ondanks dat er niet bepaald een groot pedagoog in mij school. Als ik op vakantie ga, lees ik graag over de historie van die streek. Vooral de bijzondere verhalen spreken mij aan. En vergis u niet, vrijwel iedere streek heeft deze.

Toen ik vorig jaar op mijn werk in de bibliotheek het tijdschrift Op pad zag liggen, nam ik het in de pauze meteen ter hand vanwege het verhaal over de Frontlijnfietsroute.

En daar het dit jaar een eeuw geleden is, dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, stond voor mij als een paal boven water, dat we deze zomer de Frontlijnfietsroute zouden gaan fietsen.

Maar ja, Ada had heel andere ideeën over de zomer van 2014. Op zich was er nog geen noodzaak om in navolging van andere fietsers of het alternatief van mijn Ada vast te leggen. Bij de meeste fietsvakanties kun je gewoon van huis uit vertrekken of de fiets in de trein meenemen naar de grens van Nederland en vandaar uit wegfietsen.

Nu was ik, om mij geheel in de geest van de Frontlijnfietsroute te spreken, niet van plan om mij snel gewonnen te geven, temeer daar de loopgravenoorlog ook tal van bijzondere verhalen heeft opgeleverd.
Maar zoals zo vaak in het leven: het loopt altijd net wat anders dan je in je gedachten had. Bij mij kwam dat door een artikel in het Leidsch Dagblad van afgelopen woensdag over de westhoek van Vlaanderen, waar in de Eerste Wereldoorlog 4 jaar lang het front dwars doorheen liep. Komend jaar worden alleen al in deze streek een half miljoen toeristen verwacht.

Dat is niet wat ik tijdens een fietsvakantie op wens te zoeken. Ada en ik ontlopen graag het massatoerisme onder het motto: "Mijdt de meute!"
Deze fietsroute komt een ander jaar wel aan de beurt. Nu loopt de Frontlijnfietsroute loopt deels parallel aan de Groene Valleien fietsroute, die Ada en ik in 2009 gefietst hebben.

Nu wil het toeval, dat vandaag deze fietsreisgids van de tocht dwars door Noord-Frankrijk via interbibliothecair leenverkeer was binnengekomen voor een klant, terwijl ik net een half uur eerder een andere klant aan de balie had geholpen, die vertelde, dat ze komende maand in de omgeving van Ieper met haar man rond ging fietsen. Haar man was altijd zeer geïnteresseerd in geschiedenis en zij wilden het Vlaamse deel van de Frontlijnfietsroute doen.
Dat boek hebben we niet in de collectie, maar we hebben wel een redelijk alternatief: "Velden van weleer".

Voor Ada en mij geldt: de "Velden van weleer" komt nog wel een keer.

zondag 20 april 2014

Paaseieren


Ruim 3 weken geleden ontdekte Ada in onze tuin een nest met 11 eieren, toen een broedende eend plotseling voor haar opfladderde.



We maakten de afgelopen weken geintjes over paaseieren zoeken in onze tuin.


En zie daar, op Eerste Paasdag kwamen alle 11 eieren uit.


Achter moeder eend aan wandelden, pardon, waggelden de kuikentjes naar de slootkant.






Na enige aarzeling begonnen de eendjes aan hun eerste zwemles.

zaterdag 19 april 2014

De andere Matthäus Passion

Het is een vast gegeven in de Lijdensweek: overal in den lande vinden uitvoeringen plaats van de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach.

Dit meesterwerk was trouwens totaal in de vergetelheid geraakt tot de componist Felix Mendelssohn Bartholdy het weer onder de aandacht bracht.
Voorafgaand aan de Lijdensweek werd met Rooms-Katholieke kerk tweemaal met het lijden geconfronteerd.

Allereerst was daar de moord op pater Frans van der Lugt, die weigerde om het belegerde Homs te verlaten. Hij sprak herhaaldelijk zijn zorg uit over de schrijnende situatie in Syrië, maar was vastbesloten om in het land te blijven. Deze herder wilde zijn kudde niet verlaten.
Hoe anders was het met die andere herder, Jo Gijsen, die als kapelaan kinderen heeft misbruikt.

Deze oerconservatieve bisschop van Limburg heeft bij zijn leven al veel katholieken de kerk uit gejaagd en gaat daar na zijn dood nog mee door. Daar kunnen geen 100 paters Frans, die zijn leven gaf voor een beetje menselijkheid in een onmenselijke burgeroorlog, tegenop.

Gisterenavond fietsten Ada en ik naar de Hooglandse kerk, waar we luisterden naar de onbekende, maar prachtige Matthäus Passion van de Duitse componist Heinrich Schütz.

Een uur lang luisterden we naar dit a capella gezongen muziekwerk in een redelijk gevulde Gothische kerk. We genoten van deze andere Matthäus Passion, waarbij ik telkens moest denken aan de Iraanse moeder, die de moordenaar van haar zoon spaarde.

De strop hing al om zijn nek. Het zouden Balals laatste momenten zijn. Tientallen toeschouwers op een plein in Iran zagen hoe zij hem in zijn gezicht sloeg en hem genade gaf voor de moord op haar zoon. Ook de vader van het slachtoffer had daar vrede mee. Hij haalde de strop los. Een omhelzing tussen de twee huilende moeders volgde.
Deze Islamitische moeder heeft de boodschap van Jezus begrepen!
In Nederland zullen we nooit met dit soort taferelen geconfronteerd worden. We mogen bij wijze van spreken al blij zijn als een moordenaar een taakstraf krijgt.
Het meest bijzondere van deze Matthäus Passion kwam aan het eind. De paaskaars werd uitgeblazen, de lichten in de Hooglandse kerk en na een paar minuten doodse stilte in de kerk verliet iedereen zwijgend en zachtjes deze Middeleeuwse kerk.
De stilte viel op je.

Nu weet ik pas, wat "The sound of silence" écht inhoudt.

dinsdag 15 april 2014

Auke Kok

Gisterenavond was er in de bibliotheek aan de Hoorneslaan een lezing van de journalist en sportboekenschrijver Auke Kok.
De avond was door mijn collega Monique Kromhout georganiseerd voor laaggeletterden. Daar ze wist, dat ik een groot sportliefhebber ben, had ze mij ook uitgenodigd.
Met de vrijwilligsters Christa Bernard en Rina Kiela zorgden we er voor, dat alles klaar stond voor de ontvangst van de gasten.

Om 5 voor half 8 kwam de auteur binnen. Hij had vastgestaan in de file op de A44. Er waren een kleine 20 belangstellenden, waaronder vrij veel allochtone vrouwen, die kwamen luisteren naar de schrijver, die vooral bekend is geworden door "1974. Wij waren de besten".

Hij stipte het nationale trauma van Nederland wel aan, maar het grootste deel van de lezing ging over "Tussen Godenzonen".

Voor dit boek liep hij een jaar mee met de Ajax-selectie en gaf hij een inkijkje in de wereld van het betaalde voetbal. Aanvankelijk werd hij niet bepaald met open armen ontvangen, maar gaandeweg wist hij het vertrouwen te winnen bij de landskampioen.
Naast trainen en voetballen omvat de taakomschrijving van een beroepsvoetballer uiteraard ook de pers te woord staan. Hiervoor hebben de spelers uiteraard mediatraining gehad.
Daarnaast wordt van hen verlangd, dat ze ook allerlei goede doelen langs gaan, zoals tehuizen, scholen en straatjeugd. En niet te vergeten om na de wedstrijden bij toerbeurt het sponsorhome te bezoeken.

Bijzonder was ook het bezoek aan de favela's in Rio de Janeiro. De jeugd in deze sloppenwijk was zeer vereerd met hun bezoek, maar de Ajax-selectie vergat het belangrijkste: even voetballen met deze kansarme jeugd. Iedereen zat op iedereen te wachten voor het sein om te gaan spelen. Dat krijg je, als je alles in een keurslijf perst en eigen initiatief te vaak in de kiem wordt gesmoord.
Na de pauze kwamen de verhalen van individuele spelers aan de orde.

Ricardo van Rhijn vocht zich na een terugval terug door keihard te gaan trainen en te oefenen op onderdelen, die hij nog niet goed genoeg beheerste. Zo vocht hij zich terug naar een basisplaats. Met deze instelling komt hij er wel, net als Daley Blind.

De aanvoerder van Ajax ging tijdens de "Cruijff-revolutie" steeds slechter spelen. Hij werd door een deel van het publiek uitgekotst omdat hij de zoon was van Danny Blind, een van de tegenstanders van Cruijff.
Via een psycholoog, die hij zelf betaalde, leerde hij zich focussen op zijn eigen spel en zich af te sluiten voor het publiek.
Wie juist wel contact zoekt met het publiek is Jasper Cilissen.

De keeper van Ajax zoekt altijd naar zijn ouders op de tribune en zwaait dan even naar hen om daarna veel fraaie reddingen te verrichten.

Een bijzonder verhaal was dat van Derk Boerrigter.

Deze buitenspeler is er het schoolvoorbeeld van dat een aai over de bol vaak beter werkt dan een schop onder de kont. Bij F.C. Zwolle verkommerde hij, omdat de trainer hem alleen maar wees op wat hij fout deed. De coach werd ontslagen, zijn opvolger zei gewoon: "Derk, ik reken op jou!" en Boerrigter speelde de sterren van de hemel.
Bij Ajax ging het na een goed begin fout. Men is daar niet gewend om positieve feedback te geven....
Voor een bedrijf met een omzet van 100 miljoen euro is het toch wel bijzonder, dat men niet beschikt over een sportpsycholoog of een mentale trainer. Veel talent gaat zo verloren, terwijl dat niet nodig is.
Bij het vragenstellen aan het eind kwamen een paar andere boeken van Auke Kok aan de orde.

Allereerst "De jonge Holleeder", waarin te lezen valt, hoe een gewone jongen uit een gewoon gezin afglijdt naar de zware criminaliteit.

Het tweede was "Oorlogsliefde" over de weduwe van landverrader Anton van der Waals, die als 17-jarige verliefd werd op deze na de Tweede Wereldoorlog geëxecuteerde man.

Tenslotte het boek "Dit was Veronica" over deze in de jaren '60 en '70 bij de jeugd zeer populaire piratenzender.
Eén boek kwam helaas niet aan de orde, en dat was "1988. Wij hielden van Oranje".

En nu maar hopen, dat Oranje zich komende zomer net als in 1988 naar de titel blundert.

zondag 13 april 2014

Gruwelijke rijmen


De afspraak lag al een hele tijd vast. We zouden naar de uitvoering van "Gruwelijke rijmen" van de Stichting Muziekprojecten Pablo Neruda gaan. Onder leiding van dirigent en componist Cees Thissen was heel lang geoefend door het projectkoor, waar Bas en Nel Warnink in meezongen.
De dag kreeg een heel andere invulling, toen de moeder van Tim de Beer afgelopen dinsdag op 95-jarige leeftijd overleed. Gisteren was om 11 uur 's ochtends de begrafenis op kerkhof "Duinhof" in IJmuiden.
Ada en ik fietsten om 9 uur naar station Leiden, waar we de trein naar Driehuis namen. Tot afgelopen donderdag wist ik niet eens, dat Driehuis een station had, hoewel ik het had kunnen weten. Toen we in Driehuis waren uitgestapt, kwamen we langs de voetbalvelden van R.K.V.V. Velsen. In december 1975 had ik daar met eveneens in geel blaue geklede DIOS 8 gevoetbald. Ik kan me dat nog herinneren, daar ik treinen daar zag stoppen op de middag, dat de treinkaping bij Wijster beëindigd werd.

En dat, terwijl de Molukkers ons ook zo veel goeds te bieden hadden.


Vanaf station Driehuis volgden we de borden "Begraafplaats" en kwamen zo terecht op "Westerveld", een enorm kerkhof met het eerste crematorium van Nederland. Qua groote deed het denken aan "Pere Lachaisse", de beroemde begraafplaats in Parijs, waar beroemdheden als Edith Piaf en Jim Morrison hun laatste rustplaats vonden.

Via "Westerveld" kwamen we op de Slingerduinweg, dat ons bij "Duinhof" bracht. Hier luisterden we naar herinneringen aan Maria de Beer-van Gool, waarbij de gastvrijheid, de gezelligheid en de schaterlach telkens weer terug kwamen. Tussendoor werd toepasselijke muziek gedraaid.



Na de begrafenis reden Ada en ik met Joep mee naar het centrum van Haarlem. We wandelden naar het Groot Heiligland, waar we naar het Historisch Museum gingen, waar de tentoonstelling "Vrouwen met lef" te bezichtigen was.


Naast de momenteel in het middelpunt de belangstelling staande Kenau werd aan uiteenlopende Haarlemse vrouwen aandacht besteed, zoals de verzetsstrijdster Hannie Schaft.

Naast deze gelegenheidstentoonstelling keken we naar een film over de geschiedenis van Haarlem en bezichtigden het sombere werk van Kees Verwey, die bevriend was met schrijver Godfried Bomans.


We wandelden via de Grote Houtstraat naar de Grote Markt, waar we op zoek waren naar niet zozeer vrouwen met lef, maar naar vrouwen met Leffe.
Gelaafd reden we met de auto naar Rob en Margriet Ammerlaan, bij wie we een pizza aten alvorens naar de Lichtfabriek te vertrekken, waar we eerder al luisterden naar muziek uit the Sixties.

We moesten met zijn drieën 9 plaatsen vrijhouden voor de rest van de vriendengroep. Op de tweede rij vanaf de catwalk hadden we een prima uitzicht op het toneel voor ons en konden we luisteren naar de prachtige bewerking, die Cees Thissen gemaakt had van de Gruwelijke rijmen van Roald Dahl.
Het was een vrije bewerking van deze rijmen, waarbij toneel en muziek vlekkeloos in elkaar overliepen. Joop van den Ende kan een kant-en-klaar concept ophalen voor "Gruwelijke rijmen the musical". De humoristische filmbeelden maakten het helemaal af.
Het was een fantastisch concert van een prima koor, waarbij we volop genoten. Klasse!
Na afloop namen we nog een afzakkertje in de barruimte. Daarbij deelde ik het in het Historisch museum gekochte flesje Sterk wijf met mijn vrienden.

In de jaren '70 zei toenmalig Ajax-trainer George Knobel het al: "Ajax gaat kapot aan drank en sterke wijven!"
Na nog een tijdje met "Roald Dahl" Joost Dessing, die ik nog kende uit "De Hobbit", gepraat te hebben, konden we met Tim en zijn neef Peter Zwart meerrijden naar Haarlem stadion na een toch wel heel aparte dag. De schrijver van Gruwelijke rijmen zou het verzonnen kunnen hebben....