vrijdag 27 juni 2014

De rode loper

In de bijna 35 jaar, die ik werkzaam ben bij de bibliotheek, heb ik een hoop meegemaakt, maar nog niet, dat ik met een rode loper werd ontvangen. Ik moest vanmiddag invallen in de bibliotheek van Rijnsburg en daar fietste ik om half 1 naar toe.
Kennelijk was men zo blij met mijn komst, dat ik ontvangen werd met een rode loper.

Maar zoals altijd in het leven is er ook een alternatieve verklaring voor de rode loper mogelijk. De bibliotheek is gevestigd in het voormalige raadhuis van Rijnsburg en er werd niet lang na mijn aankomst in de voormalige raadszaal een burgerlijk huwelijk gesloten.

Peter, de opruimhulp met wie ik de uitlening draaide, vertelde, dat dit al de derde keer was, dat hij dit meemaakte. Voor mij was het de eerste keer, dat ik op mijn werk met een bruiloft te maken kreeg.
Na deze huwelijksplechtigheid vertrok het hele gezelschap naar de kerk voor de inzegening van het huwelijk. Om een uur of half 4 kwamen de feestgangers weer terug naar "De Burgt" voor de receptie.

Als bibliothecaris had ik de grootste lol. Een paar jonge kinderen in feestkleding kwamen boeken uitzoeken. Een jongetje nam zijn vader mee, die hem voor mocht lezen op de receptie. Hoezo ontlezing?
Om 5 over 5 had ik alles wat ik af moest sluiten afgesloten en hielp ik een vrouw van dik in de 70 nog even.
"Ik wist niet, dat je hier een huwelijksfeest kon geven", zei ze.
"Hebt u plannen?", vroeg ik.
"Nou, dat niet", kreeg ik lachend als antwoord: "Ik ben al 50 jaar tot volle tevredenheid getrouwd."
Bij het verlaten van "De Burgt" moest ik constateren, dat de rode loper inmiddels was verdwenen.

De Beurs van Berlage

Om half 1 was ik op de fiets op weg naar Leiden Centraal, waar ik de trein naar Amsterdam nam. Daar had ik gisteren een studiemiddag over de werkkostenregeling in de Beurs van Berlage.

Het was niet de eerste keer, dat ik dit markante gebouw aan het Damrak bezocht. In de jaren '80 ben ik er een paar keer geweest voor het bezoeken van de Fiets- en Wandelvakantiebeurs. Maar voor de rest liep ik altijd alleen maar langs dit rijksmonument.
Voor de cursus voor ondernemingsraadsleden moesten we de ingang aan de Oude Brugsteeg nemen. Via een indrukwekkend trappenhuis klommen we naar de verdieping, waar de bijeenkomst was.

Nog nooit heb ik een cursus gehad in zo'n prestigieuze ruimte. In een ruime lederen fauteuil zat ik prinsheerlijk te luisteren naar de veranderingen, die de werkkostenregeling met zich meebrengt. We zaten dan ook in de zittingskamer van de Raad voor de Scheepvaart met prachtige gebrandschilderde ramen, kleurig en kunstzinnig hoogpolig tapijt en naast uniek behang ook nog eens een beschilderd plafond.



Je zou bijna denken: "Geld speelt geen rol."

Maar dat deed het juist wel. De per 1 januari aanstaande ingaande werkkostenregeling heeft behoorlijk veel impact op hoe een bedrijf met onkostenvergoedingen om moet gaan. Er mag namelijk maar voor 1,5% van de belastbare loonsom besteed worden aan onkostenvergoedingen en extraatjes voor het personeel. Is deze "vrije ruimte" opgesoupeerd, dan betaal je over de extra kosten 80% belasting.

Nu lijkt 1,5% heel weinig. Heb je als bedrijf € 1.000.000,- aan bruto loonkosten, dan heb je het over slechts € 15.000,-. Maar in de praktijk is het een stuk hoger. Er bestaan namelijk gerichte vrijstellingen, zoals kilometervergoedingen en cursussen, congressen, seminars en dergelijke. De laatste moeten uiteraard betrekking hebben op het werk, terwijl de reiskostenvergoeding tot € 0,19 per kilometer is vrijgesteld.
Daarnaast zijn er de nihilwaarderingen en waarderingen op een lagere waarde. De laatste vorm komt minder voor en betreft bijvoorbeeld op het werk verstrekte maaltijden en dienstwoningen.
De nihilwaarderingen betreft wel een behoorlijk bedrag. Denk daarbij bijvoorbeeld aan computers, de koffie-automaat op het werk en ter beschikking gestelde computers en mobieltjes. Dit "ter beschikking gesteld" is van wezenlijk belang bij de bepaling, of de vergoeding onder de 1,5% vrije ruimte gaat vallen of niet. Dit is het geval, indien een werknemer een computer of een telefoonabonnement op eigen naam neemt en de nota indient bij de werkgever. De vergoeding valt dan onder het forfait.
Schaft de werkgever de computer aan of sluit deze het telefoonabonnement af, dan valt het onder de nihilwaardering, want het wordt ter beschikking gesteld aan de werknemer.

De vergoeding bedraagt dan immers € 0,-. Zo nauw luistert het soms, terwijl het een verschil uit kan maken of je 0% extra belasting moet betalen of 80%.
Een stuk wijzer maar met net iets te weinig oefening verliet ik de Beurs van Berlage om via het Damrak naar het Centraal Station te wandelen. De wandeling over de om de hoek van de Beurs gelegen Wallen liet ik maar over aan degenen, die daarin gepokt en gemazeld zijn: de zeelui.

zaterdag 21 juni 2014

Lentevreugd

Gisterenavond werd ik om half 12 gebeld. Een collega van me aan de telefoon: haar man Piet was 's avonds onverwachts in zijn slaap gestorven, ondanks dat zijn gezondheid langzaam maar zeker steeds verder achteruit ging.

Na haar gecondoleerd te hebben met dit verlies moest ik thuis het programma omgooien. Daar Anneke op zaterdagmorgen ingeroosterd stond in filiaal Hoornes/Rijnsoever, draaide het er op uit, dat ik zelf haar dienst over zou nemen. Om half 12 's avonds ga je mensen niet lastig vallen voor een invalbeurt en de kans op succes is niet groot, als je op zaterdagmorgen gaat bellen of iemand een uur later op zou willen draven.
Om kwart over 9 zat ik dus net als de 5 voorgaande dagen op de fiets naar Katwijk, waar ik met Monique werkte tot kwart over 1. Thuisgekomen kleedde ik me om, daar ik om half 3 met Hans Boers had afgesproken. Vanaf station Voorschoten fietsten we samen naar het Willem-Alexanderhof in Wassenaar, waar we de fietsen aan elkaar vast maakten.
Door het smalle bos naast Duinrell liepen we naar "De Klip", waar we bij de tweede afslag Rijksdorp in liepen. Hier hielden we telkens zo links mogelijk aan. De buitenste weg van Rijksdorp heeft namelijk een klim, die niet voor "De Klip" onderdoet. Het maakt het lopen wat zwaarder, maar voor de conditie is het natuurlijk perfect. Net zo goed als het met 20 graden, weinig wind en een halfbewolkte lucht perfect sportweer was.

We liepen door naar het nieuwe natuurgebied "Lentevreugd".
Een prachtig gebied, zoals ook blijkt uit de foto's, die ik van natuurgpswandelingen.nl/blog heb gehaald.

We liepen over het vrij kort gemaaide gras langs de rode paaltjes een rondje van 3 kilometer door dit hernieuwde duingebied. Voordat het in de negentiende eeuw afgegraven werd voor de uitbreiding van steden en de aanleg van spoorwegen, waren het oude duinen.
De route voerde ons langs een klein duinmeertje, waarin enkele vogels fourageerden.

Niet al te ver van het Panbos staken we over een bruggetje een beek over.

Het pad volgend kwamen we bij een kudde Hooglandrunderen. Bij de ingang stond een bord, dat je minstens 25 meter afstand moest houden van deze grote runderen met hun enorme horens, zeker als er kalveren bij waren. En dat waren ze.

Veiligheidshalve liepen we door het hoge gras met een dubbel zo grote afstand om de kudde heen. We hadden geen zin in stierenvechten en al helemaal niet met een rood hardloopshirt aan.

We kwamen bij een tweede plas uit, waar een tweede kudde verpozing zocht aan de boorden van het water. Deze weg naar de uitgang was dus om praktische redenen voor ons afgesloten. Maar precies tussen de 2 kuddes door konden we weer terug naar het pad met de rode paaltjes.

Aan de andere kant van het kleine meertje stond een kudde Konikpaarden, die we ook op gepaste afstand passeerden.

Langs de Katwijkerweg liepen we terug naar Rijksdorp, waar we de vrij onbekende klim nu vanaf de lastige noordkant namen. Als toegift namen Hans en ik "De Klip" ook nog om daarna af te dalen naar de fietsen. Samen fietsten we terug naar station Voorschoten, waarna we op de Velostrada ieder ons weegs gingen.
Het was een dag van uitersten. Lentevreugd en verdriet liggen soms heel dicht bij elkaar.

vrijdag 20 juni 2014

De religieuze dimensie

De combinatie van muziek en religie is al eeuwenlang een zeer vertrouwde. Sterker nog, het overgrote deel van de ons overgeleverde muziek was kerkmuziek.

In de popmuziek is het aandeel van religieuze liederen stukken kleiner, maar je hoeft ze niet met een kaarsje te zoeken.




De relatie tussen sport en religie is een stuk minder eenduidig. Maar deze is beslist aanwezig, zoals blijkt uit de documentaire "Zwart ijs", die de EO begin dit jaar uitzond.

Nu kan het geloof de individuele sporter geestelijke rust geven, een niet onbelangrijk deel van de mentale training. Immers: als de lichaamskracht tekort schiet, dan komt het op geestkracht aan!

Bij het wereldkampioenschap voetbal zie je regelmatig een speler een kruisje slaan, net zo goed als je bij het wielrennen een winnaar van een etappe van de Tour de France naar de hemel ziet wijzen: "Daar komt deze zege vandaan!"

Neerlands eerste Tourwinnaar Jan Janssen was hier een letterlijk en figuurlijk uitstekend voorbeeld van.
Hetzelfde gaat tijdens het WK op voor voetballers, vooral uit Latijnse landen. Maar niet alleen zij.

In menig katholieke kerk wordt tijdens een wereldkampioenschap door een enorm aantal fans een kaarsje opgestoken voor een goede uitslag van hun elftal.

Als dit zo zou werken, dan zou het WK voetbal een soort WK bidden worden. De gebeden van het land, dat het beste gedaan heeft, worden dan verhoord en de betreffende natie mag zich wereldkampioen voetbal noemen.
Nu mag sport de belangrijkste bijzaak in het leven zijn, dit kan toch niet van Onze Lieve Heer gevraagd worden.

In de sport en dus ook in het voetbal kan er uiteindelijk maar één winnaar zijn. Het verhoren van de gebeden van de één zal in deze gedachtegang automatisch ten koste gaan van de gebeden van zeer veel anderen. Er wordt dan aan God niet minder gevraagd dan om partijdig te worden.
Het is wel begrijpelijk: voor supporters is het een manier om hun onzekerheid over hetgeen Hogere machten voor hen in petto hebben te bezweren.
Want wat dat aangaat hebben supporters toch een nimmer in te halen achterstand op sporters. Die hebben immers altijd nog de mogelijkheid om God een handje te helpen.

zondag 8 juni 2014

Begijnhof

Het programma van dit Pinksterweekeinde was zeer hectisch te noemen. Gisteren was daar een treffend voorbeeld van. Om half 8 reinigde ik de toiletten om daarna naar de bakker te fietsen. Na ontbeten te hebben reed ik met Ada naar "De Helianth" in de Herenstraat voor de wekelijkse boodschappen.
Ik had nog een half uur tijd om te gaan hardlopen. Op deze broeierige dag, die warmer was dan de dag van de marathon, was een rondje door het Ter Waddingerbos wel aangenaam. Voor de rest zocht ik zoveel mogelijk schaduw.

Ik haalde de was uit de wasmachine, schoor en douchte me, knipte mijn nagels en maakte het brood klaar voor Ada en mij. Met Siebe en Ana fietste ik naar de Vink, waar we om half 2 de trein naar Amsterdam namen. Ada was met haar ouders in Voorschoten op de trein gestapt.
In Hoofddorp moesten we overstappen. Een vreemd advies van de NS, want Schiphol is toch wat logischer. Maar de stoptrein naar Amsterdam stond aan de overzijde van het perron gereed. We stapten met nog een aantal andere passagiers uit, staken het perron over, maar de deuren van de trein gingen niet open. De conducteur zag ons, maar hij weigerde de deuren te ontgrendelen. Na een paar deuren geprobeerd te hebben hoorden we het fluitje en de trein vertrok zonder ons.
We liepen terug naar de trein, waar we uitgestapt waren en daar hadden we exact dezelfde ervaring. Ook hier zag de conducteur ons, maar hij deed niets, blies op zijn fluitje en de trein reed zonder ons weg. Hoe zou het toch komen, dat NS-personeel af en toe onheus bejegend wordt?
Een kwartier later hadden we een stoptrein naar Schiphol, waar we nogmaals moesten overstappen. In onze coupé zat een groep Amerikanen in rode T-shirts met Jag's stag party en een grote M in silhouet in de vorm van een vrouw met gespreide benen erop gedrukt. Duidelijk een vrijgezellenfeest. Of moet ik zeggen: Hengstenbal?

Om 10 over half 3 liepen we over het loeidrukke Damrak naar het niet minder drukker Rokin. Op deze paar kilometer kon je zo ongeveer alle nationaliteiten in Mokum tegenkomen. Het "Magies Sentrum van het Heelal" heeft nog niets aan aantrekkingskracht ingeboet sinds eind jaren '60.

Door de mensenstroom wandelden we naar het goed verscholen Begijnhof.

Deze verborgen parel bezochten we met een speciaal doel: The English Reformed Church.

In deze kleine kerk is de Italiaanse Barokcomponist Pietro Locatelli begraven.

Maar hoe prachtig breekbaar de vioolmuziek van Locatelli ook is, wij kwamen voor andere muziek.

Onze neef Jesse speelt in Het Consort, een mandoline-orkest uit Zwolle. Net als in november speelden ze het mooie "Concert voor Gitaar en Mandoline Orkest" van Johannes Christiaan Mouter.

Na de pauze kwam in deze kerk uit 1419 the New American Mandolin Ensemble, afgekort als NAME. Hun muziek had meer country- en folkinvloeden, zoals te horen is op Yutuma.

Met de ogen dicht dacht ik af en toe: voeg een panfluit toe en het lijkt op Flairck.

Om kwart over 5 stonden we buiten, na de première van "Mandolive" door NAME en het Consort samen.
Met zijn negenen wandelden we langs de mooie Amsterdamse grachten met veel pleziervaart, op zoek naar een eethuis. Het liefst hadden we een terras, maar dat konden we op deze zomerse dag uit ons hoofd zetten. Alle terrassen waren afgeladen.
In een steeg tussen de Keizersgracht en de Herengracht vonden we een Spaans restaurant: "Tasca Bellota". We bestelden een paar soorten tapas en 2 grote schalen salade. Het eten was prima, het restaurant gezellig en de bediening gastvrij. Waarbij wij het voordeel hadden, dat Ana in vloeiend Spaans dingen voor ons kon regelen.
Ondanks de naam "Tasca Bellota", smaakte het vanille-ijs uitstekend.
We wandelden op de zwoele zomeravond naar het Centraal Station, waar de Leidse/Voorschotense tak van de familie afscheid nam van de Harderwijkse.
Ada reisde met haar ouders nog even door naar Voorschoten, ik fietste haar tegemoet. Het was een stuk frisser dan in Mokum. Aan de plassen kon je zien, dat het geregend had. Maar dat was slechts een voorspel op de behoorlijke onweersbui 's nachts.
En die bui stelde weer weinig voor in vergelijking met hetgeen naar beneden kwam zetten bij België-Tunesië.

Geef mij dan ons terrasweer maar!

vrijdag 6 juni 2014

D-Day

Het zal niemand ontgaan zijn, dat het vandaag precies 70 jaar geleden is, dat de landing van de geallieerden in Normandië plaatsvond. Tactisch gezien een meesterwerk, dat gepaard ging met veel misleiding van de kant van met name de Engelsen.

Mede hierdoor slaagde de invasie op de stranden in Noord-Frankrijk. Daarbij hadden de geallieerden op D-Day niet te klagen over het fortuin, dat op hun handen was. Dit is duidelijk te lezen in de klassieker "De langste dag" van de Ier Cornelius Ryan.

Dit klassieke boek kreeg een even klassieke verfilming.

Om het compleet te maken heeft de hardrockgroep Iron Maiden er een nummer over geschreven, dat eveneens de titel "The longest day" meekreeg.

De filmbeelden voor deze clip komen uit "Saving private Ryan" van Steven Spielberg.

In 1998 verschenen zowel de film als het boek van Max Allan Collins met deze titel.

"Saving private Ryan" is gebaseerd op "the Bedford boys".

Het stadje Bedford in Virginia verloor bij de invasie in een klap 19 jongens.

Een derde succesvolle combinatie van film en boek is "Band of brothers". Stephen E. Ambrose vertelt het persoonlijke verhaal van de soldaten van de bijzondere eenheid Easy Company die in de Tweede Wereldoorlog altijd en overal de gevaarlijkste opdrachten kreeg toebedeeld.

Van het boek is een aangrijpende televisieserie gemaakt.

Natuurlijk mogen we dankbaar zijn voor degenen, die hun leven waagden voor onze vrijheid. Maar de keerzijde van de medaille, soms zeer letterlijk, wordt door deze Nederlandse veteraan helder verwoord: "Ik heb mensen gedood, dat vind ik heel erg!"

De doden kregen een stenen kruis op een van de vele militaire erebegraafplaatsen, veel veteranen moesten bovengenoemd kruis hun leven lang meedragen.