Toen ik gisterenmiddag om 4 uur naar buiten keek, had ik de hoop om 's avonds te gaan skeeleren al opgegeven. De regen kwam met bakken naar beneden zetten. Toen ik een uur later vanaf de nieuwe bibliotheek in Valkenburg naar huis fietste, was het droog, maar nog wel zwaar bewolkt.
Desondanks begon de bewolking te breken en om een uur of 6 kwam de zon zowaar nog door. Om 7 uur zat ik wederom op de fiets om naar de skeelerbaan van Leiderdorp te rijden.
Vorige week was ik op werkbezoek bij mijn trainingsmaat Arthur van Winsen. Gezeten op de tandartsstoel had hij me uitgenodigd om mee te komen skeeleren bij de training, die Marieke van Hoek zou geven.
Deze tandarts weet tenminste, hoe je een bezoek aan zijn praktijk zo aangenaam mogelijk moet maken! Dat gold echter niet voor alle oefeningen, die Marieke voor ons in petto had.
Het begon heel onschuldig met 4 rondjes inrijden. Aansluitend moesten we 4 rondjes rijden met de nadruk op de bocht. We dachten allemaal, dat het wel redelijk ging, maar we werden snel uit de droom geholpen door deze marathonschaatsster: "Het zijn muizenpasjes die jullie maken."
Maar daar had deze trainster wel een oefening voor. Sinds vorige week geldt er in Nederland een verbod op het laten optreden van wilde dieren in een circus.
Maar vervolgens werd een kwintet trainingsbeesten wel gedwongen aan een circusact mee te werken. Dompteur Marieke toverde een touwladder tevoorschijn. Hierin moesten we uit stilstand pootje over doen. In de vakken van het touwladder!
De eerste stappen was ik bang, dat mijn tandarts in zijn vrije tijd alsnog aan de slag zou moeten. Bij het neerzetten van de skeelers reed je of vooruit of achteruit, hetgeen niet helemaal de bedoeling was.
"Als je vooruit rijdt, dan zet je je druk te veel naar achteren, als je achteruit rijdt, ligt de druk te veel op je punten", kregen we te horen.
En inderdaad, gaandeweg vond je het juiste drukpunt en stond je stabieler. De uitnodiging om de oefening met pootje over naar rechts te doen vond ik echter nog te riskant.
Na de circusact overleefd te hebben, mochten we weer 4 rondjes rijden met wederom de nadruk op de bocht. Het ging al wat beter, maar nog niet goed genoeg. Derhalve werden we wederom onderworpen aan het touwladder, hetgeen trouwens aanmerkelijk beter ging dan in de eerste sessie.
We mochten weer een viertal ronden skeeleren met de nadruk op de bocht. Daarna bleef de touwladder achterwege. De trainster was kennelijk bang, dat we ladderzat zouden worden.
In plaats daarvan kregen we een andere moeilijke oefening. Vrijwel vanuit stilstand moesten we in de bochten versnellen. Wat is het moeilijk om je skeelers dan goed te plaatsen. Vooral je linkerbeen gaat dan te veel naar binnen.
Het werd al wat beter bij de volgende oefening: je skeelers zo lang mogelijk met 4 wieltjes op het asfalt houden op de bocht. Het gekke is, dat het dan ineens een stuk makkelijker gaat, doordat je je focus verlegt. Zo simpel kan het soms zijn!
Hierop borduurden we voort. We moesten de afzet gaan verlengen. Stukje bij beetje lukte het steeds beter. We moesten in de bochten versnellen zonder de frequentie te verhogen, maar gewoon door steeds meer druk te zetten. En zowaar, dat lukte steeds beter.
Aan het eind van de training kregen we van deze toptrainster het grootste compliment: "Het ziet er veel beter uit dan aan het begin!"
En zo voelde het ook. Ik had dat niet verwacht, toen we begonnen aan de circusact met skeelers in de touwladder.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten