vrijdag 13 mei 2011

Een sprookje



Er was eens een volwassene, die zich heel graag wilde bekwamen in de edele schilderkunst. Nu valt dat in het begin nog wel mee, maar als je verder wilt komen dan de eerste beginselen, dan is het toch wel handig als je dat samen met anderen doet. Dus ging deze volwassene op zoek naar andere schilderachtige types.

En terwijl elders in Europa het spook van de revolutie rondwaarde, werd in kustplaats, gelegen op de blanke top der duinen, in mei 1968 “Pictura” opgericht. Heinrich Heine zei het in de 19e eeuw al: “In Holland gebeurt alles 50 jaar later.” We kunnen ons dus op gaan maken voor een woelige meimaand in 2018.
Nu stonden de schilderachtige types in Katwijk natuurlijk wel een rijke historie. Rond 1900 bezat het toenmalige vissersdorp aan de Noordzee een heuse kunstenaarskolonie met klinkende namen.

Maar helaas, de dekolonisatie had ingezet. Lang voordat er sprake was van “Indië verloren, rampspoed geboren” was de kunstenaarskolonie in Katwijk verloren gegaan.
Maar de schilderachtige types lieten zich daardoor niet van de wijs brengen. Iedere dinsdagavond kwamen ze bijeen om met een kwast in de hand de sterren van de hemel te schilderen. Men was zeer ambitieus. Jarenlang was het Witte schooltje de expositieruimte voor “Pictura”. Het plan was helder: beginnen in het Witte schooltje en eindigen in het Witte huis!
Maar zoals alles in het leven, liep dit sprookje toch een slagje anders.

Bill Clinton zag het niet zitten om op een hele serie schilderijen in alle mogelijke standen met Monica Lewinski vereeuwigd te worden, dus via de Nederlandse regering werd de gemeente Katwijk verzocht om “Pictura” met gezwinde spoed uit het Witte schooltje te knikkeren. Hetgeen geschiedde.
Maar in sprookjes verschijnt dan altijd een goede fee of iets dergelijks om de hoofdpersoon te komen redden.

Daar hoopten de schilderachtige types ook op, maar helaas, er kwam geen sprookjesprins opdagen, maar ze moesten het doen met een eenvoudige bibliothecaris. “Nou goed, we kunnen ons in ieder geval deze zomer hiermee redden!”, was een van de opmerkingen, die de bibliothecaris opving.

We zijn inmiddels een jaar of 18 verder en de schilderachtige types komen nog steeds iedere zomer exposeren in de bibliotheek van Katwijk aan den Rijn. Want zo gaat dat in sprookjes. En wat ook steevast gebeurt in sprookjes, is de fraaie slotzin: “En ze schilderden nog lang en gelukkig!”

Walk on the wild side


In mijn jeugdjaren, toen ik in "De Hobbit" in Nieuw-Vennep ieder weekeinde wel een bardienst draaide, was in dit alternatieve jongerencentrum "Walk on the wild side" van Lou Reed een veel gedraaid nummer.

Het was dus extra aanlokkelijk, toen ik dit affiche in de bibliotheek zag hangen om daar tijd voor vrij te maken.

Na thuis met Ada gegeten te hebben fietste ik voor de tweede keer naar Katwijk, dit keer om de lezing van Jolanda Linschooten bij te wonen. De bibliotheek zat met ongeveer 75 toeschouwers behoorlijk vol, toen om 8 uur de lichten uit gingen en we op een groot scherm de prachtige foto’s en filmbeelden van de fotograaf, auteur en avonturier Jolanda Linschooten kregen voorgeschoteld, die graag naar noordelijke oorden trekt, zoals Lapland en Alaska.
Maar, zei ze er bij: “Vlakbij ligt een ongerept natuurgebied: de Schotse Hooglanden”.

En daar is geen woord van gelogen. Met een rugzak en een simpel tentje trok ze met of zonder haar levenspartner Frank van Zwol 10 weken door de Highlands. Vaak bleven ze een dag of 10 buiten de bewoonde wereld.
Nu zijn Ada en ik nog niet in Schotland geweest, maar als je de beelden ziet, dan krijg je, ondanks de filmpjes van lopen en kamperen in de regen, toch wel zin om te gaan. Wat is dit uniek, die leegte in ons dicht bevolkte werelddeel. En ondanks de in vergelijking met de Alpen vrij geringe hoogte is het toch zeer ruig. Desolaat.

Desondanks waren er zeer zeker punten van herkenning: de wandeling door het hoogveen, waarbij je een decimeter wegzakte in de zompige bodem riep meteen herinneringen op aan onze wandelvakantie in Dartmoor.
Behalve beelden van de prachtige natuur kregen we ook beelden en verhalen voorgeschoteld van Schotse plaatsjes, gebruiken en geschiedenis, terwijl ook de muziek niet werd vergeten. Vooral de doedelzakmuziek niet.

In de pauze kon ik het als rasechte bibliothecaris natuurlijk niet nalaten om een gesigneerd exemplaar van “Bergtochten in Schotland, Wales en Engeland” te kopen.

De bewandelde en behandelde routes en de werkelijk schitterende foto’s, die tijdens “Walk on the wild side” vertoond werden, staan in dit boekje. Ook als je nooit naar de Schotse Hooglanden zou gaan, kun je volop van dit boekje van Jolanda Linschooten genieten. Vooral met prachtige Schotse muziek op de achtergrond.

donderdag 5 mei 2011

Bevrijdingsdag

Gisterenavond ben ik met Ada naar de dodenherdenking in Voorschoten geweest. De leerlingen uit groep 8 van haar school, Het kompas, waren uitgekozen om kransen te mogen leggen. Het blijft toch iets indrukwekkends hebben: een paar honderd mensen bij elkaar en dan toch die stilte.

Alleen de vogels in het park kwetterden er doorheen. Het werd, toen de zon achter de bomen verdween, behoorlijk koud. De voorbode van een koude nacht. We hebben trouwens toch heel bijzonder weer. Buiten dat het al 2 maanden droog en zonnig weer is, is momenteel het verschil in temperatuur tussen dag en nacht extreem groot. In het noorden van het land heeft het 3 graden gevroren, terwijl het overdag een graad of 17 zou worden. Een verschil van 20 graden! Stel je een winterse dag voor met overdag temperaturen rond het vriespunt en 's nachts -20.....

Ondanks dat ik vrij genomen had, werd ik op Bevrijdingsdag toch om half 8 al wakker. De ingebouwde wekker doet toch zijn werk. Tot een paar jaar geleden was deze "Nationale feestdag" automatisch vrij voor ons, maar toen is deze vrije dag op aandringen van de werkgevers uit de CAO voor Openbare Bibliotheken verdwenen. In 1983, ten tijde van het kabinet Lubbers I, moesten de ambtenaren en de trendvolgers 3% salaris inleveren. In ruil daarvoor kregen we voortaan ieder jaar 5 mei vrij.

Ik kan er met mijn pet nog niet bij, dat de bonden hiermee ingestemd hebben. Als we in ruil hiervoor 3% loonsverhoging hadden gekregen, zou het een aanbod zijn geweest, waar je geen nee tegen kon zeggen, maar het werd iets vaags als een voorwaardelijke verlofdag, die je kreeg, als je je gedurende een kalenderjaar niet ziek had gemeld. Overbodig om te zeggen, dat deze voorwaardelijke verlofdag in de nieuwe CAO inmiddels ook weer is verdwenen.
De lijst met "vernieuwingen", die ik in 30 jaar bibliotheekwerk langs heb zien komen, is inmiddels behoorlijk lang. De onregelmatigheidstoeslag van 20% voor avonddiensten en 30% voor de zaterdagdienst: verdwenen. De ingeklemde zaterdag na een vrijdag, waarop de bibliotheek vanwege een feestdag dicht was: verdwenen.

De "oude lullendagen", die je extra vrij kreeg bij het passeren van een bepaalde leeftijdsgrens: verdwenen, met de smoes "leeftijdsdiscriminatie". Er zat helemaal geen discriminatie aan, want iedereen, die die leeftijd bereikte, kreeg die extra vrije dagen. Juist mijn leeftijdsgenoten mogen zich gediscrimineerd voelen: eerst kreeg je ze niet, omdat je de juiste leeftijd niet had, en nu heb je die leeftijd, en nu zijn ze verdwenen, zonder dat er iets tegenover staat. Het komt er kortom op neer, dat je per jaar een week langer mag voor hetzelfde salaris.
Met dit alles in mijn achterhoofd heb ik me op mijn werk als OR-lid met hand en tand verzet tegen het verdwijnen van Bevrijdingsdag als vrije dag. Uiteraard verlies je dat. Dat had ik ook ingecalculeerd. Maar sindsdien neem ik principieel vrij op 5 mei.
Ooit heb ik er 3% salaris voor ingeleverd, en dan zal ik die dag vrij krijgen ook. Maar ja, hoe principieel is principieel? Als ik voor de keuze gesteld word: wil je 5 mei vrij, of wil je een dag langer schaatsen op natuurijs, dan is de keus voor mij niet zo moeilijk meer!

Maar goed, vooralsnog heb ik verlofuren genoeg om me principieel op te kunnen stellen, dus ik was op deze zoveelste zonnige dag op rij vrij. Vanochtend ben ik 6 km wezen hardlopen. U ziet het, ik zit in de rustperiode, voorafgaand aan de marathon. Maar ik ken genoeg mensen, die 6 km lopen hier niet onder rekenen.
Na een verkwikkende douche en lunchen in de tuin fietste ik met Ada naar Abbenes. We reden een mooie route langs 't Vennemeer, de Koppoel en Nieuwe Wetering om langs de Ringvaart de J.P. Heijeweg naar Abbenes te nemen. In de tuin werden we door mijn jarige zus Bets verwelkomd. Ik heb in ieder geval geen spijt, dat ik dit jaar op Bevrijdingsdag principieel ben gebleven!

vrijdag 29 april 2011

The royal wedding


Grote gebeurtenissen werpen hun schaduwen vooruit. Op een of andere manier vallen de huwelijksplechtigheden van gekroonde hoofden daar ook onder. En temidden van dit mediacircus is er nog altijd een buitencategorie te bedenken: het Britse koningshuis.
Bijna 30 jaar na het huwelijk van zijn ouders, Prince Charles and Lady Diana, was Prince William aan de beurt, die met Kate Middleton trouwde.

Het was de hele ochtend dan ook erg stil in de bibliotheek. Heel Nederland, maar in ieder geval heel Katwijk, zat aan de buis gekluisterd. Dat verbaasde mij niet. Bij de huwelijksplechtigheid van Charles en Diana had ik ook het genoegen om in de uitlening te staan, toen in de bibliotheek in Leiden en ook toen was het doodstil.

Bij het zien van de televisiebeelden bleef vandaag trouwens een gereserveerde stoel opvallend leeg.

Nu wil het toeval, dat ik met Ada en een viertal vrienden een week na HET sprookjeshuwelijk van 1981 op fietsvakantie ging in Yorkshire, een van de mooiste gebieden van het toch al mooie Engeland. Zeer veel etalages waren nog vol met memorabilia van the royal wedding. Diverse Britten, die we spraken, bekenden volmondig: "We enjoyed the wedding so much!"
Zo trokken we via de prachtige stad York naar the Yorkshire Dales, een ruig maar een toen helaas erg vochtig berggebied.

Dit was het gebied van James Herriot, de dierenarts, die bekend werd van zijn in "the Dales" spelende humoristische verhalen.

De boeken van James Herriot werden succesvol verfilmd als televisieserie.

Via the Yorkshire Moors keerden we terug naar Hull. Daarbij kwamen we door het vaak bezongen Scarborough.

En al die tijd zagen we overal etalages met Charles en Diana. En we weten allemaal, dat het sprookjeshuwelijk als een nachtkaars uit ging.

En dat alles met de paparazzi, waar William and Kate ook nog het nodige mee te stellen zullen krijgen.

Indien nodig, gaan de paparazzi over tot een paparazzia. Zo waren zij verantwoordelijk voor de dood van Lady Diana.
Ik behoor niet tot de paparazzi. U zult bij mij dus geen videobeelden aantreffen met de hoogtepunten van William en Kate. Dat scheelt weer een aanklacht voor het in bezit hebben van pornografisch materiaal.

donderdag 28 april 2011

WOW of wauwelen?

Het verzoek was met zorg omkleed: "Zou jij mee willen doen met het het uitleggen van BicatWise aan je collega's? Het gaat via de methode train de trainer!" Ja, en zeg dan als schaatstrainer in hart en nieren maar eens nee.
Derhalve kon ik deze donderdagmorgen opdraven om in een paar dagdelen de ins en outs van BicatWise te leren kennen.

Het begon al meteen goed. Aletta begon meteen over WOW-lijsten.

Voor de rest was het zaak om bij Aletta alert te blijven, want dat is het verraderlijke van BicatWise: het lijkt zo veel op Bicat. Maar juist daardoor zitten er veel adders onder het gras.

Het probleem daarbij is, dat deze adders pas naar boven komen, als de inmiddels getrainde trainers zelf de training gaan geven. Met Josien, Irene en Martine bleven we dus zo scherp mogelijk opletten. En dan merk je 's middags bij het oefenen, dat er toch al dingen zijn weggezakt. En dat kunnen we ons natuurlijk niet veroorloven: dat we bij de training aan de rest van het personeel staan te wauwelen.
Vooral de schrijver van dit artikel niet, die immers als modelkind in de wieg is gelegd en die zich zo diep kan concentreren, dat sommige collega's dat aanzien voor wegdommelen.

woensdag 6 april 2011

En Maria schreef in het zand

Gisterenochtend werd ik wakker met de zin "En Maria schreef in het zand" in mijn hoofd.

Ik had er over gedroomd en ik wist zeker, dat dit gedicht op de middelbare school tijdens de literatuurles behandeld was. Ik zei nog tegen Ada: "Volgens mij is het een gedicht van Gerrit Achterberg". Dat deel van mijn soms volmaakte droomuitleg klopte volkomen.
Wat echter niet helemaal klopte, was de titel. Die bleek bij het zoeken via google toch net een slagje anders. Het bleek "En Jezus schreef in 't zand" te zijn. Daar ik volledig uit kan sluiten, dat ik op school niet op zat te letten, zal het mijn katholieke opvoeding zijn geweest, die mijn onderbewustzijn in iets andere richting gestuurd heeft.


EN JEZUS SCHREEF IN 'T ZAND

Jezus schreef met Zijn vinger in het zand
Hij bukte Zich en schreef in 't zand, wij weten
niet wat Hij schreef, Hij was het zelf vergeten,
verzonken in de woorden van Zijn hand.

De schriftgeleerden, die Hem aan de tand
hadden gevoeld over een vrouw, van hete
hartstochten naar een andere man bezeten,
de schriftgeleerden stonden aan de kant.

Zondig niet meer, zei Hij, ik oordeel niet.
Ga heen en luister, luister naar het lied.
En Hij stond recht. De woorden lieten los
van hun figuur en brandden in de blos
waarmee zij heenging, als een kind zo licht.
Zo geestelijk schreef Jezus Zijn gedicht.

Gerrit Achterberg


Het schrijven in het zand is net als onze voetstappen op het natte zand van het strand: zeer vergankelijk.
Maar door deze droom zat ik wel de hele dag met het lied "Pilgrims" van Van der Graaf Generator in mijn hoofd, met daarin de zinsnede:
"Shining footprints on the wet sand
lead to the dream"

zondag 3 april 2011

Het psalmenoproer

Maassluis is in Nederland vooral bekend als de plaats, die een onuitputtelijke bron van inspiratie vormt voor Maarten 't Hart. Zaterdagavond kwam bij mij zijn historische roman "Het psalmenoproer" voor de geest.

Deze historische roman speelt zich af in Maassluis tijdens de 18e en het begin van de 19e eeuw. In 1773 werd in gereformeerd Nederland een nieuwe psalmberijming ingevoerd. Men moest ook sneller gaan zingen in plaats van de gedragen zang op hele, langgerekte noten. Nederland stond op z'n kop. De commotie over het psalmgezang werd algauw een uitlaatklep van de verpauperde onderklasse. Het vissersstadje Maassluis, dat te kampen heeft met teruglopende haringvangsten, wordt het toneel van een grimmige volksopstand. De muziek- en natuurminnende reder Roemer Stroombreker raakt door een amoureuze affaire met huid en haar betrokken bij het oproer. Naast pikante slaapkamergeheimen en hilarische domineesportretten zorgen natuurbeschrijvingen en muziek voor een levendige invulling van de historische setting.

Ada en ik zouden gaan luisteren, na 's middags gerepeteerd te hebben voor "Die Schöpfung", naar een concert in "Het witte kerkje" in Maassluis.
Het was op deze warme lentedag dus een dag, waar veel muziek in zat. En humor. Dirigent Paul Valk was onaangenaam verrast door de manier, waarop ongeveer de helft van het koor het woord "Sturz" uitsprak: met een Leidse R.
Toen we een stuk wat sneller hadden gezongen dan de bedoeling was, zei hij: "Dat was jullie tempo. Zullen we nu mijn tempo weer doen?"
Maar de uitsmijter was de fuga met een telkens terugkerend "Wir preisen dich in Ewigkeit". Dit moest telkens iets harder. Paul Valk kwam met Herman Finkers op de proppen om het ons duidelijk te maken: "Prijs de Heer, € 5,95. Prijs de Heer, € 7,50.
Prijs de Heer, € 12,50. Ja, we prijzen de Heer steeds meer!"
Na thuis gegeten te hebben waren we met de trein naar Maassluis afgereisd en door het centrum van dit stadje aan de Maas naar de kerk gewandeld, waar Ada een vorig concert van het koor van haar zus Marja had bijgewoond. Bij de Immanuelkerk aangekomen zagen we, dat het niet bepaald een witte kerk was. Er waren wel enkele witgeschilderde vlakken op de buitenmuren, maar om dit nou een witte kerk te noemen, dat was schromelijk overdreven.
Wel werd er een concert gegeven door een groot koor, samen met een shantykoor. Ada twijfelde. "Hoe heet dit koor?", vroeg Ada.
"Chapeau", was het antwoord.
"Dan zitten we hier niet goed", was de conclusie van mijn liefhebbende echtgenote.
Gelukkig waen we vroeg genoeg van huis vertrokken en na 3 keer vragen kwamen we uiteindelijk toch bij "het witte kerkje" terecht. Het kerkje lag in een vooroorlogse volksbuurt, verscholen achter vrij smalle straten.
Zodoende hadden we na een extra wandeling door Maassluis toch onze toegangskaarten voor het concert van Cantabile nog op tijd.

Het thema was "Hollandse meesters", waarbij Jan Pietersz Sweelinck een voorname rol speelde.

Het koor bracht voorts a capella een paar Latijnse nummers en enkele bekende zeemansliederen ten gehore, waarbij diverse zeemansdeunen dwars door elkaar gezongen werden.

Het blokfluitkwartet Capriola voerde daarna met Renaissancefluiten vierstemmig een aantal composities van Nederlandse componisten uit.

Daarna kwam Cantabile weer aan bod.

Na de pauze werd dezelfde volgorde aangehouden. Vooral de Vier redeloze zangen van Albert de Klerk, die humoristische gedichten van Daan Zonderland op muziek had gezet, vonden veel weerklank bij het publiek.

De graaf
Er woonde in Jemeppe
(Een plaatsje dicht bij Luik)
Een graaf die Vlaams en Frans sprak
En bovendien nog buik.

Vlaams sprak hij met de boeren
En Frans met de pastoor
En met zijn knechten sprak hij Vlaams
Met Frans er tussen door.

Doch buik sprak hij uitsluitend
In zijn studeervertrek,
Als hij behoefte voelde
Aan een intiem gesprek.

We hadden, kortom, een genoeglijke avond met mooie muziek. Het is maar goed, dat we bijtijds ontdekt hadden, dat we in eerste instantie niet bij de goede kerk terecht gekomen waren. Zodoende ontsnapte Maassluis aan een tweede psalmenoproer.