zondag 30 augustus 2015

Benevelde bergen

Eind 1994 heb ik in eigen beheer een boekje mogen uitgeven, dat bij de Katwijkse bibliotheek in het kerstpakket zat. De titel was "Benevelde bergen" en het speelde zich af in Ierland.

De beschreven route in dat boekje is de reis, die ik in 1983 met Ada gemaakt heb, toen zij 5 maanden zwanger was van Ike. Veel beschreven situaties waren afkomstig uit mijn ietwat wilde hippiejaren.


Het zou in Dorset de dag worden van de benevelde bergen. 's Nachts hadden we daar nog geen idee van. Het regende. Het klonk erger dan het was. Het was de drup van de bomen.
Om 7 uur stonden we op. Er hing een lichte drizzle. De buitentent was zeiknat. De binnentent ruimden we zo snel mogelijk op, de buitentent namen we nat mee.
We laadden de fietsen op, die we tegen Boombaard hadden gestald. Er waren 2 holtes, waar oit takken hadden gezeten, terwijl het mos eronder baardgroei deed veronderstellen onder de donkere "ogen".

We noemden de boom dus naar de ent Boombaard uit "In de ban van de ring" van J.R.R. Tolkien.

In de serre, waar we de avond ervoor gezeten hadden, ontbeten we. Na het bestelde brood om 9 uur opgehaald te hebben, reden we om 9 uur van de "Corfe Castle Camping" af.
We zouden vandaag een alternatieve route fietsen. Gisteren hadden we al ervaren, hoe zwaar de route naar Lulworth Cove was zonder bagage, terwijl fietsroute 2 van the National Cycle Network een stuk vlakker was. Over de drukke weg langs het kasteel trapten we naar Stoborough, waar we een rustige weg hadden naar East Holme.
Over vrij vlakke wegen schoten we lekker op. Via Wool kwamen we in Moreton uit. Hier namen we onze eerste pauze in tearoom "Moreton school", dat gevestigd was in de oude school. De oudste schoolfoto stamde uit 1906!

We namen op deze drizzledag, waarbij het uitzicht op de heuvels om ons heen vrij beperkt wasm naast de cappuccino en warme chocolademelk ook overheerlijke appelchocoladetaart en kersen-amandelcake.
Via fietsroute 2 reden we over licht glooiende slingerwegen naar Dorchester. We gingen naar het centrum van deze Romeinse stad.

We stalden de fietsen aan de kop van de winkelstraat en wandelden door het winkelgebied. We kochten postzegels bij the postoffice om na een stuk wandelen bij St. Peter's Church uit te komen. Deze kerk had mooie gebrandschilderde ramen.
Ada keek nog even bij Laura Ashley en Sea Salt voor de laatste Engelse mode. Intussen begon het te regenen, zodat we onze jassen aandeden. In een supermarkt kochten we bananen en appels en met deze voorraad gingen we terug naar route 2.
We zaten er net weer op, toen Ada mij riep. Ze was haar wielerhandschoenen weer eens kwijt!
"We gaan niet terug!", zei ze er nadrukkelijk bij.
Ze wist niet, waar ze de handschoenen precies was kwijtgeraakt. In een druk winkelgebied wordt het dan ook lastig zoeken.
Waar we niet naar hoefden te zoeken was een plek, waar we konden lunchen. Het regende even flink hard, toen we net onder een spoortunnel door moesten. Een prima plek. Drie boterhammen en een halve liter melk verder was het precies droog, toen we de weg op gingen voor het zwaarste deel van de tocht.
Vanuit Dorchester klommen we over een rustig weggetje en een nog veel stiller grindpad naar een aardige hoogte. Het pad kwam uit op een boerenerf, waarbij we moesten slalommen tussen de stallen door.
Een stukje verderop zag je de contouren van een heuvel, die verder geheel verdween in de nevel. Vanaf het boerenerf reden we over een stille weg Martinstown binnen, een alleraardigst plaatsje.

Vanaf hier was het stampen op de pedalen. Het was 2 mijl klimmen in alle gradaties naar Hardy's Monument. Dit geschiedde wel in de mist. Was het zicht in Martinstown nog 200 meter, halverwege was het 100 meter en op de top nog maar 50 meter.

En dat, terwijl onze reisgids bij de officiƫle route, die we hier op zouden pikken, beloofde: "Na het pitoreske maar drukbezochte Abbotsbury volgt een zware klim naar Portesham Hill. Het steilste stuk helt tegen de 20%, maar het mooie uitzicht over Chesil Bay verzacht het leed aanzienlijk."
Nou, daar stonden we dan bij het imposante Hardy Monument. Op 50 meter zag je de contouren van de 22 meter hoge toren slechts vaag.

Het monument was trouwens niet voor de schrijver Thomas Hardy, die onder andere "Far from the madding crowd" op zijn naam heeft staan.

Het betrof admiraal Thomas Hardy, die samen met Nelson vocht bij de Slag bij Trafalgar tegen de vloot van Napoleon.
Vermoedelijk was ik op het verkeerde been gezet door een artikel in een tijdschrift over Dorset in "Moreton School". In dat tijdschrift stond een lezenswaardig artikel over het folknummer "John Barleycorn", dat in de jaren '60 weer bekend werd gemaakt door Traffic.

Tijdens de klim hadden we flinke tegenwind. Dit gaat niet samen met mist. Vandaag beleefde ik in het echt, wat ik wel eens tegen mijn vrouw zeg: "Ik ben in de wolken met Ada!"

Voor we aan de afdaling begonnen, deden we onze fietslampen maar aan, zodat we iets beter zichtbaar waren voor het spaarzame verkeer. Ik kan mij niet heugen, dat ik dat op een middag in juli gedaan heb, maar het leek meer herfst dan zomer.
Naarmate we verder daalden, werd het zicht beter. De bewolking begon te breken.

In het dal van Littlebredy en Long Bredy zag je de toppen van de heuvels onder een dik wolkendek verborgen gingen. De benevelde bergen.
We waren aangekomen in Puncknowle, waar een mooie, maar zeer rustige camping was: "Home Farm". We kregen uitleg, waar we bij een boerderijwinkel boodschappen konden doen. Het was ruim 2 kilometer fietsen, nota bene op onze route. We twijfelden nog even, maar gingen toch terug naar Puncknowle in de regen.
Tegen de tijd, dat we ingeschreven waren, was het wel droog, maar behoorlijk winderig. We zetten de natte tent op, die redelijk snel werd drooggeblazen. Wijzelf werden juist nat: onder de heerlijke warme douche.
Ada kookte de macaroni met broccoli en courgette met als toetje pannenkoeken met jam. Onder het eten begon de bewolking te breken en zagen we zelfs stukjes blauwe lucht. Gedurende de vaat, die ik deed, was de bewolking weggeblazen en zag je plots, hoe mooi het hier was.
We wandelden naar de pub om de hoek. In "The Crown Inn" dronken we the, cider en Palmer bier, terwijl we lazen, dagboek schreven en ons verdiepten in de route van de komende dagen na een dag fietsen waarop we 64 kilometer aflegden langs en over de benevelde bergen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten